Bij de Platen.
Voorbereiding tot den marteldood. -
Dit aangrijpend tafereel verplaatst ons in de onderaardsche kerkers van het Colyseum, waar de veroordeelden het oogenblik afwachten, dat zij naar het strijdperk zullen worden gesleept om daar voor de wilde dieren te worden geworpen en door het schouwspel van hun dood een bloeddorstig volk te verlustigen.
Die veroordeelden zijn hier geen misdadigers, het zijn juist de edelsten en besten uit de menschelijke samenleving; het zijn de eenigen, die te midden eener wereld van barbaarschheid en zedenbederf het besef der echte menschelijkheid hebben bewaard. Het zijn Christenen, het zijn de bevoorrechten, die de boodschap des heils hebben vernomen, waarvoor de groote meerderheid der wereld nog doof en blind is gebleven. Zij zijn de dragers van het groot en heilig beginsel, dat geroepen is, de gansche in heidendom en zedeloosheid verzonken menschheid te vernieuwen. En alleen omdat zij den Christus belijden, in wien de gansche aarde moet herboren worden, achtervolgt en doodt men ze als schadelijk gedierte. Het heidendom, dat als instinctmatig voelt hoe zij zijn [h]ee[r]schappij bedreigen, verdelgt hen te vuur en te zwaard.
‘De Christenen voor de leeuwen!’ gilt het in uitzinnige woede. En ziedaar waarom hier weerlooze grijsaards en jongelingen, vrouwen en kinderen zijn opgesloten om straks als slachtvee ter dood te worden geleid.
Maar zij vreezen den dood niet, integendeel zij begroeten hem als den overgang tot een beter leven; zij zijn verheugd hun bloed te mogen geven voor Christus, die ter verlossing der wereld het zijne tot den laatsten druppel aan het kruis vergoten heeft. Zij beklagen hun vervolgers, die in hun verblinding de heilgenade niet erkennen, hun in de leer van den gekruisten God geboden; en moedig gaan zij ter dood als zoenoffers voor de schuld eener wereld, die door hun martelaarsbloed zal worden gereinigd, om waardig te worden eenmaal de zegepraal des kruises te aanschouwen.
Toch spreekt in de laatste oogenblikken, die hun marteldood voorafgaan, de stem der natuur nog krachtig in die godgewijde zielen, en kost het hun strijd, zich van hun dierbaren te scheiden. Moeders drukken in vervoering haar kinderen aan het hart; maagden en jongelingen nemen afscheid van hunne ouders, die hen voorgaan in het martelaarschap. Een eerbiedwaardige grijsaard, een priester, strekt zegenend de handen uit over degenen, die voor heden zijn aangewezen om als bloedgetuigen voor Christus te sterven, opdat Hij hun de kracht moge geven om te volharden tot het einde, toe. Lang zal de scheiding niet zijn, want al de overigen zullen hen weldra volgen in den marteldood. En allen wacht, na den bloedigen, maar kortstondigen strijd, de eindelooze zegepraal met Christus in den hemel.
Doorsnede van een houten bergplaats voor aardappelen, schaal 1 à 10.
Nadere verklaring:
A. Klampen op afstanden van ongeveer 1 M.
B. Vloer.
C. Losse uitneembare vloer van rasterwerk; de aarddeelen der aardappels, vallen door de openingen op de vasten vloer B. en kunnen van daar verwijderd worden als de bergplaats ledig is.
D. Klampen waarop de losse vloer C rust.
E. Rasten van eindschot, zoodanig wordt de bergplaats naar alle zijden betimmerd; de tusschenruimten F bedragen 0,02 à 0,03 M. naar gelang van de grootte der aardappels.
G. Klampen tot steun en versterking van het rasterwerk.
H. Voorschot.
I. Plaats waar de aardappels worden uitgenomen.