Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1893-1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.07 MB)

Scans (770.13 MB)

ebook (40.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Voorbereiding tot den marteldood. -

Dit aangrijpend tafereel verplaatst ons in de onderaardsche kerkers van het Colyseum, waar de veroordeelden het oogenblik afwachten, dat zij naar het strijdperk zullen worden gesleept om daar voor de wilde dieren te worden geworpen en door het schouwspel van hun dood een bloeddorstig volk te verlustigen.

Die veroordeelden zijn hier geen misdadigers, het zijn juist de edelsten en besten uit de menschelijke samenleving; het zijn de eenigen, die te midden eener wereld van barbaarschheid en zedenbederf het besef der echte menschelijkheid hebben bewaard. Het zijn Christenen, het zijn de bevoorrechten, die de boodschap des heils hebben vernomen, waarvoor de groote meerderheid der wereld nog doof en blind is gebleven. Zij zijn de dragers van het groot en heilig beginsel, dat geroepen is, de gansche in heidendom en zedeloosheid verzonken menschheid te vernieuwen. En alleen omdat zij den Christus belijden, in wien de gansche aarde moet herboren worden, achtervolgt en doodt men ze als schadelijk gedierte. Het heidendom, dat als instinctmatig voelt hoe zij zijn [h]ee[r]schappij bedreigen, verdelgt hen te vuur en te zwaard.

‘De Christenen voor de leeuwen!’ gilt het in uitzinnige woede. En ziedaar waarom hier weerlooze grijsaards en jongelingen, vrouwen en kinderen zijn opgesloten om straks als slachtvee ter dood te worden geleid.

Maar zij vreezen den dood niet, integendeel zij begroeten hem als den overgang tot een beter leven; zij zijn verheugd hun bloed te mogen geven voor Christus, die ter verlossing der wereld het zijne tot den laatsten druppel aan het kruis vergoten heeft. Zij beklagen hun vervolgers, die in hun verblinding de heilgenade niet erkennen, hun in de leer van den gekruisten God geboden; en moedig gaan zij ter dood als zoenoffers voor de schuld eener wereld, die door hun martelaarsbloed zal worden gereinigd, om waardig te worden eenmaal de zegepraal des kruises te aanschouwen.

Toch spreekt in de laatste oogenblikken, die hun marteldood voorafgaan, de stem der natuur nog krachtig in die godgewijde zielen, en kost het hun strijd, zich van hun dierbaren te scheiden. Moeders drukken in vervoering haar kinderen aan het hart; maagden en jongelingen nemen afscheid van hunne ouders, die hen voorgaan in het martelaarschap. Een eerbiedwaardige grijsaard, een priester, strekt zegenend de handen uit over degenen, die voor heden zijn aangewezen om als bloedgetuigen voor Christus te sterven, opdat Hij hun de kracht moge geven om te volharden tot het einde, toe. Lang zal de scheiding niet zijn, want al de overigen zullen hen weldra volgen in den marteldood. En allen wacht, na den bloedigen, maar kortstondigen strijd, de eindelooze zegepraal met Christus in den hemel.



illustratie
Doorsnede van een houten bergplaats voor aardappelen, schaal 1 à 10.
Nadere verklaring:
A. Klampen op afstanden van ongeveer 1 M.
B. Vloer.
C. Losse uitneembare vloer van rasterwerk; de aarddeelen der aardappels, vallen door de openingen op de vasten vloer B. en kunnen van daar verwijderd worden als de bergplaats ledig is.
D. Klampen waarop de losse vloer C rust.
E. Rasten van eindschot, zoodanig wordt de bergplaats naar alle zijden betimmerd; de tusschenruimten F bedragen 0,02 à 0,03 M. naar gelang van de grootte der aardappels.
G. Klampen tot steun en versterking van het rasterwerk.
H. Voorschot.
I. Plaats waar de aardappels worden uitgenomen.


De sobere en de smuller. -

Een aardige tegenstelling vormen deze twee tafereelen. Het oude moedertje zit voor een karig maal: een bord pap en een stuk brood, meer niet. Het heerschap tegenover haar daarentegen heeft een bord oesters voor zich staan en is bezig zich daarbij een fijn glas in te schenken, terwijl verder de tafel van al het noodige is voorzien en, als er nog iets naar zijn zin aan mankeeren mocht, hij maar de schel heeft te roeren.

Het dineetje schijnt hem uitstekend te smaken, en toch zouden we betwijfelen of hij met al die weelde, zoo in zijn eentje genoten, bij slot van rekening wel zoo gelukkig is als het goede moedertje, dat niets heeft te commandeeren, maar zich met het weinige wat ze heeft vergenoegt.

Zij vouwt dankbaar de handen alvorens aan haar sober maal te beginnen, terwijl het de vraag is of de rijke smuller daaraan wel heeft gedacht. Wie alles heeft wat zijn hart begeert, vergeet allicht den Gever van alle goed. Hij wordt er aan gewoon, zich aan het tegenwoordige te goed te doen, zonder zich meer te bekommeren om de toekomst. De arme daarentegen, die zich in dit kortstondige leven ontberingen heeft te getroosten, mag veilig zijn hoop vestigen op de rijke schadeloosstelling, die hem hiernamaals wacht.

Gevaarlijk spel en de gevolgen. -

Dat er in die raadselachtige vierkante doos wat schuilen moet, begrijpen de schrandere poesjes wel. Maar wat het wezen mag, daar kunnen ze maar geen hoogte van krijgen. En daarom rusten ze niet, vóór ze op de een of andere manier het kastje hebben opengewerkt. Terwijl ze met hun tweeën aan het werveltje morrelen, klimt de derde al op het deksel, waaruit een verdacht pluimpje naar buiten steekt, dat de aanwezigheid van het een of ander behaard wezen binnen het kastje verraadt. En zoo waar! opeens vliegt het deksel met kracht omhoog, zoodat de brutaalste van het drietal een eind achteruit wordt geslingerd en zijn beide speelkameraadjes, verplet van schrik, het duivelsche beest aanstaren, dat daar op eens uit het hokje komt gesprongen.

‘Kijk eens wie daar aankomt.’ -

Een allerguitigst tafereeltje, een stuk leven en natuur zooals we dat dagelijks om ons heen kunnen zien. Door de open deur ziet de grootste van het tweetal vader aankomen en maakt er het kleinere broertje, waarop hij het oog moest houden, attent op. ‘Kijk eens wie daar aankomt!’ vraagt hij schalks lachend en het kleine vingertje wijst in de lichting, waar de vader nadert. De kleuter in zijn stoel kraait het uit van plezier en strekt alvast bei zijn armpjes uit, daar hij weet, dat vader hem altijd op zijn knie paardje laat rijden, of hem, op zijn schouder zittend, aan den zolder laat reiken en zeggen hoe groot hij is.

't Is een allerliefst genrestukje, dat alle vaders en moeder ongetwijfeld met genoegen zullen beschouwen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken