De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] [Nummer 17] Aller-zielen. (Eccli. 38; 16. - 1 Thess. 4: 12. Apoc. 14, 13. - Sap. 3, 1-8. 'k Herdenk mijn dooden... Hun vroeg gemis Vervult het harte Met droefenis. Ik geef mijn tranen Den vrijen loop; Maar 't is geen weenen Als zonder hoop: Hen, die gestorven Zijn in den Heer, Zie ik als zaal'gen Voor eeuwig weer. De onzinnige oordeelt Hun dood een straf, En noemt hun uitgang: Vergaan in 't graf. Zóó niet de Wijsheid Van 't godlijk Woord: Zij zijn in vrede En leven voort. Van hier getogen Naar beter land, Zijn ze in de hoede Van 's Heeren hand. Beproefd op aarde Door kruis en strijd, Heeft God ze als vrienden Bij zich verblijd, En hun geschonken Een heerlijk loon Voor al hun offers Hem aangeboôn. Hun glorie schittert Als zonneschijn; De Heer zal eeuwig Hun Koning zijn. 'k Ben met mijn dooden In stil verkeer: Een weinig tijds nog En 'k zie hen weer. Al sneller daal ik Het bergpad af, En straks ontvalt me De pelgrimsstaf; Dan hoor ik 't aardsche ‘Vaarwel!’ - Daarna Hun hemelsch ‘Welkom! Alleluja!’ B. van Meurs. kerkhofbezoek, naar de schilderij van w. gause. Vorige Volgende