De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 112]
| |
volkje, als er maar geen ongelukken van komen! En daar moeten we, de kleuters zoo luidruchtig bezig ziende, wel bang voor worden. Als voorzichtigheid de moeder van de porseleinkast is, dan wordt ze zeker dubbel gevorderd bij een gevuld vischglas op een tuiteligen voet. En voorzichtigheid is het minst, waar de kleinen in hun vroolijk spel aan denken. De kleine jongen op den stoel vooraan hangt met zijn heele lijf over de tafel en dreigt bij de minste beweging het tafelkleed met al wat er op staat mee te trekken. Zijn jongste zusje slaat het mollige handje naar de wild rondspartelende beestjes uit, op gevaar af van hun heele zwemkom omver te halen. Het andere zusje is in haar ijver om de beestjes op de brokkelingen van haar boterham te trakteeren, maar liefst boven op de tafel geklommen en de groote broer op den achtergrond, die als de oudste toch zeker de wijste moet wezen, staat er maar doodleuk naar te kijken. Kortom, we houden ons hart vast, als we het spelletje aanzien, en willen voor het glas en de vischjes hopen dat er intijds paal en perk aan wordt gesteld, om ongelukken te voorkomen. | |
De kleine photograaf. -Ziedaar een rustiger spelletje dan de tijdpasseering op onze eerste gravure. Ongelukken zijn hierbij niet te wachten of het moest zijn dat de photographische opname niet te best uitvalt. Aan de oplettendheid van den kleinen photograaf of aan de pose van het origineel zal het anders niet liggen. Beiden doen hun uiterste best om het welslagen te verzekeren. Maar ongelukkig is de photographeertoestel van wat al te primitieve inrichting: een paarineengeschoven rollen karton, op een oude kist aangebracht, en dat alles op een tuinstoel geplaatst, ziedaar de heele constructie. Toch is nooit met meer spanning en verwachting een camera obscura gesteld dan door dezen amateur-photograaf. |
|