Vioolsnaren. -
De beste vioolsnaren van geheel Europa worden in Italië vervaardigd. Zij dragen den naam van Romeinsche, hoewel zij noch in, noch bij Rome, maar te Napels worden gemaakt.
Men gaat daarbij tamelijk geheimzinnig te werk en er is dienaangaande dan ook slechts zooveel bekend, dat tot vioolsnaren darmen van lammeren, die niet boven het jaar oud zijn, gebruikt worden, terwijl de in September geslachte dieren de beste snaren opleveren.
De darmen worden 24 uren in frisch water gelegd en nadat zij van alle onreinheden gezuiverd zijn, in een loog van water en wijnmoer overgebracht. De juiste verhouding van dit mengsel te treffen is moeilijk en wordt vooral geheim gehouden.
Vervolgens worden de darmen, telkens tot een getal van tien, in een kom gelegd en gedurende vijf dagen, altijd 4 maal daags, met versche l[o]og begoten, waarna zij door middel van een touwslagersrad tot snaren gedraaid worden. Tot de fijnste snaren zijn twee tot drie, tot de dikke bassnaren ongeveer honderd twintig darmen noodig.
Zijn zij eenmaal gedraaid, dan worden zij in een met kleine haken voorzien raam gespannen en in een verwarmd vertrek, waar 6 uur lang zwaveldamp wordt onderhouden, gedroogd en gebleekt. Eer men ze voorgoed uit het raam neemt, worden zij nog eens te zamen gedraaid, vervolgens met paardenhaar afgewreven en gepolijst; later nog met olie ingesmeerd om ze buigzaam te maken en aan een houten rol gewikkeld, verzonden.