Bij de Platen.
Een kok in wanhoop. -
Men moge er om lachen zooveel men wil, maar is het niet om wanhopig te worden, aldus de vrucht van veel uren arbeids, het voorwerp vande nauwlettendste zorgen en de hoogstgestemde verwachtingen, door een ongelukkig toeval in eens verloren te zien? Den heelen dag is de eerzame kokshelper er getuige van geweest, hoe zijn meester zich uitsloofde om ditmaal eens een kunstwerk in zijn vak te leveren, waarover de halve stad zou roepen. Het gold een bestelling voor een diner, waartoe de eerste notabelen waren uitgenoodigd; de taarten en pasteien moesten op een tafel prijken, waarop de eerste fijnproevers zich al een week lang hadden gespitst. Toen de meester hem met de bezorging der kostelijke lekkernijen belastte, had hij hem alle wenken gegeven, die de voorzichtigheid maar kon aan de hand doen, opdat het gewichtig product van zijn kunst en ervaring toch maar veilig zijn bestemming zou bereiken. En daar ligt nu het heele boeltje als een hoop rommel op de straatsteenen, net nog goed genoeg om tot een versnapering te dienen voor de honden. Wat de meester wel zeggen zal, als de knecht met de leege mand terugkomt!
't Is bepaald om wanhopig te worden!