Het wasschen van heeren-stroohoeden. -
Een witte strooien hoed is spoedig vuil; deze waarheid heb ik nog nooit in twijfel hooren trekken, want ze is gemakkelijk te constateeren; maar moeilijker is het een vuil geworden stroohoed weer helderwit te krijgen en hem te maken, ‘zoo goed als nieuw.’ Ziehier een goed middel, dat iedereen kan aanwenden, dat onder het bereik valt van alle zusters, vrouwen of moeders of meiden van witte strooien hoeden bezittende heeren. De hoed, die gewasschen moet worden, wordt eerst van lint en voering ontdaan. Dan maakt men een oplossing van zuivere, witte zeep en voegt er een grooten theelepel wijnsteenzout bij (in de wetenschap bekend onder den naam (sal tartari). In die oplossing doopt men een kwastje of een zuiver wollen lapje, wringt het losjes uit en wrijft er zoolang den hoed mee, totdat alle vuil verdwenen is. Hierop volgt nog eene afwrijving of zachte afspoeling met zuiver warm water om alle zeepdeelen te verwijderen. Als de hoed nog vochtig is moet hij door zwavel worden gebleekt. De hoed wordt daarom aan een draadje opgehangen boven brandende zwavel, niet al te dicht bij natuurlijk, maar ook niet te veraf, zoodat de zwaveldampen van alle kanten er door kunnen spelen; het best geschiedt dit als men hem in een kast kan hangen boven een bord met zwavel. Men lette er op, dat zich bij de zwavel geen andere stoffen mengen, want andere rook dan van zwavel kan den mooi gewasschen hoed weer zwart maken. Als hij nu genoeg is uitgezwaveld, moet hij worden opgespeld om bij het verdere dragen niet te krimpen of zijn goeden vorm te verliezen. Door deze waschmethode komt men weer in bezit van een mooien nieuwen hoed.