De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Ridder Valentijn en de laatste Draak. Ballade door B. van Meurs. Hier zie je d'eedlen Valentijn, Door Bilderdijk vermaard; Zijn linker zwaait een strijdbre vuist, Zijn rechter grijpt het zwaard. Twee ridders deelt hij heimlijk mee, Beneveld door den wijn: ‘Den laatsten draak verpletter ik, Of 'k heet geen Valentijn!’ Straks zegt hij burcht en slot vaarwel Met onverzetbren zin, En stapt vóór dauw en morgenrood De wijde wereld in. Hij neemt zijn trouwe doggen mee, Zijn moedig heldenpaard, Zijn stevige esschenhouten speer, Zijn altijd zeegrijk zwaard. Reeds heeft hij menig stad bezocht, Gedwaald door woud en veld, Als hem een schreiend klaverblad De blijde tijding meldt: ‘Och heer, och heer! ginds heeft in 't bosch Een draak zijn nest gevest; Hij leeft van menschenbloed, en is De schrik van heel 't gewest.’ En fluks bezoekt nu Valentijn Den koning van 't gewest: ‘Een gunst, mijn Vorst! Ik wil den draak Verplettren in zijn nest!’ ‘Gij wilt den draak verplettren? Ga! Voltrek uw grootsch bestaan I Ik bied u na uw heldenstuk Als bruid mijn dochtertje aan!’ - Nauw ziet de draak den held nabij Of neemt een schrikbren sprong, En brult een ijslijk huilen uit Dat door de wouden drong. Hij hapt met opgesparden muil Naar 's ridders taaie speer, En Valentijn stoot toe. De draak... Die hapte sinds niet meer. De Vorst ontvangt hem juichend: ‘Held! Gij zijt mijn dochter waard! Gij zult haar zonder sluier zien, Zoodra 'k u heb gepaard.’ (Hij legt haar hand in 's ridders hand) ‘Leeft in volmaakte min! Dit wenschen wij u beiden toe, Ik en de koningin!" Nu licht de ontroerde Valentijn Den sluier zijner bruid.. Van schrik bromt hij een rauwen vloek, Zijn doggen janken 't uit. En wáárom vloekte Valentijn En jankte 't doggenpaar?... Al dáárom! 't Antwoord geeft de bruid, Bekijk haar tronie maar. Sinds leeft als schoonzoon aan het Hof De ridder Valentijn En tracht zijn echtelijk geluk Te beetren door den wijn. ‘Verpletterd heb 'k den laatsten draak, Zoo meende ik; maar, eilaas, Des konings lieve dochterkijn Die draak is mij de baas!’ - Vorige Volgende