Industrie der vervalschers.
De moderne, welhebbende stand houdt er van om zijn huis in den stijl van lang vervlogen eeuwen te versieren. Noem het een romantische gril, zoo ge wilt, welke hem de eentonigheid des levens doet vergeten, of eene huldiging van de grondstelling, dat wat voor iedereen bereikbaar is, voor hem geene aantrekkelijkheid bezit, 't komt er niet op aan.... het feit bestaat.
Het natuurlijk gevolg hiervan is een tot dusverre ongekende vraag naar kunstwerken door vroegere geslachten geschapen. Maar met de echte kunstschatten is het vreemd gesteld. Minder door den tand des tijds, dan wel door de onvermoeide vernielzucht van den vernuftigen mensch zijn de scheppingen der kunst in puinhoopen verkeerd en is slechts een zeer gering deel bewaard gebleven. Het zou derhalve met de verzamelwoede slecht uitzien, wanneer geen medelijdende zielen gevonden werden, die in de diepgevoelde behoefte naar antiquiteiten voorzagen, door nieuwe zaken voor oude kunstwerken te laten doorgaan en modern-antieke voorwerpen te vervaardigen. In het gewone leven zou men deze hulpvaardige lui vervalschers noemen.
Vervalschers van kunstzaken zijn er altijd geweest; reeds de Apuliërs van den Oskischen stam, de overoude bewoners der Campagna, hebben reeds twee eeuwen voor Christus Etrurische vazen nagebootst. De vervalscher van den tegenwoordigen tijd echter onderscheidt zich daardoor van zijne voorgangers, dat hij meer industrieel is. Men vervalscht nu niet meer uit liefhebberij, maar naar zekere methode en drijft de zaken fabriekmatig. Er is haast geen tak van kunst, die niet ook zijn vervalschers heeft. De vervalschersbent weet alles na te maken, van af de kostbare renaissance-kamermeubeleering af tot een der vele zwaarden, door den dapperen koning der Zweden in den slag van Lützen gedragen.
Het brandpunt voor meubelvervalsching is Parijs, ofschoon ook in eenige groote steden van Italië en Duitschland machtige concurrenten zijn opgestaan.
Natuurlijk heeft de vervalscher voor zijn oud-nieuwe meubels oud hout van noode; kan hij dit niet op de een of andere wijze bekomen, dan geraakt hij daardoor volstrekt niet in verlegenheid, want niets is gemakkelijker voor hem dan van nieuw hout oud te maken. Daarvoor bestaan verscheidene recepten. Eerst wordt het hout met een uittreksel van walnotenbast of notenschalen behandeld, waardoor het de bruine kleur des ouderdoms verkrijgt. Met een polijststaal worden de weeke deelen ingedrukt en de scherpe kanten door zeer harde borstels afgestompt. Nu heeft het nog een sterke laag vloerveegsel en stof noodig, die telkenmale opnieuw over het meubelstuk wordt geworpen en na verloop van korten tijd is het oogenschijnlijk eeuwenoude prachtstuk klaar voor den verkoop.
Maar ook de scheikunde wordt door den vervalscher tot zijn doel gebruikt. Door zoutzuur laat hij de oppervlakte van het hout wegvreten en de overmangaanzure kali geeft de bruine kleur er aan. Het beste bewijs voor den ouderdom van een meubelstuk is wormstekigheid, die derhalve ook aan het namaaksel moet gevonden worden. Een fijne boor of eenige schoten met fijnen hagel maken dat de gaatjes der houtwormen in genoegzame hoeveelheid voorhanden zijn en eene bewerking met knuppels, waarmede eenige pootige knechts het meubel slaan, maken de kanten murw en met spleten.
Wie geen volkomen nabootsingen wil maken, behoort tot de componisten, d.w.z. hij voegt oud en nieuw te zamen De Fransche kunsttaal der vervalschers noemt dit lapwerk ‘assemblage’ en het brengt de wonderbaarlijkste veranderingen te voorschijn. Door onvermoeide nasporing is de ‘fabrikant’ in het bezit gekomen van een werkelijk oud meubelstuk, doch dat noch kunst noch waarde bezit; ofwel hij krijgt een oude met snijwerk voorziene deur in handen en terstond weet hij welke nieuwe deelen hij er bij moet maken en hoe hij zijn vondst van gedaante kan doen veranderen. Oude paneelen zet hij tusschen fonkelnieuwe pilaartjes en lofwerk. Voor een oud blad worden vier nieuwe pooten gedraaid en de tafel is klaar. Een oude kast wier hout van ouderdom er sponsachtig uitziet, wordt door het aanbrengen van caryatiden een bahut. Een voormalige bruidskoffer, die lange jaren als haverkist heeft dienst gedaan, krijgt een voet- en dekstuk, gedraaide zuilen en verandert daardoor in een historische schrijftafel van fabelachtigen prijs. Hiermede stelt zich de slimme vervalscher echter niet tevreden.
Hij kent het wantrouwen van zijne koopers en weet bovendien hoezeer een liefhebber zich gevoelt als hij zelf voor ontdekker kan spelen. Daarom is het een dikwijls gebruikt kunstje de namaaksels naar buiten te zenden. De leepe bewoners van het platteland zijn gaarne bereid om tegen een klinkende belooning de scheppingen van de vervalschers onder hun dak in bescherming te nemen. Hier aan 't strand of in 't gebergte worden zij dan door een liefhebber die zich aan zee of in de landelijke eenzaamheid wil verpoozen, ontdekt en van vreugde over zijn vondst verrukt betaalt hij aan den bezitter, die van het ‘erfstuk’ hoogst moeilijk kan scheiden, den gevraagden prijs en is onwrikbaar van de echtheid van zijn ‘koopje’ overtuigd. Welgemoed vertrekt hij en welgemoed strijkt de vervalscher het hem door zijn tusschenpersoon gegeven bedrag op.
Bij eene kostbare kamerinrichting behooren ook onze pottenbakkersvoortbrengselen, hetzij van terracota, fayence, majolica of Sèvresporcelein.
Ook hiervoor zorgt de industrie der vervalschers. Grieksche terracotta beelden, zooals de bekende Tanagrafiguren worden in massa nagemaakt. De vervalsching van terracotta beelden zoude nog gemakkelijker zijn dan zij reeds is, als niet bij het branden het leem kromp en daardoor de vormen een twaalfde kleiner werden dan het origineel. Maar de vervalscher weet raad. Hij neemt gips in plaats van leem, daar eerstgenoemde niet de leelijke eigenschap heeft van te krimpen. Gele oker en steenrood met lijm vermengd geeft aan de massa een bedrieglijk uiterlijk, dat terracotta nabijkomt.
De fabricatie van Tanagra-beeldjes is hoogst eenvoudig. Naar de houding van danseres of bacchante wordt eerst een geraamte van ijzerdraad gemaakt en dit met gips bekleed; dit wordt gemodelleerd en met waterverf gekleurd, blauw, grijs of zwart voor de kleeding, rood voor de lippen. Het wit van de oogen en de bruine haarkleur wordt met groote kennis van de antieke kunst aangebracht; vorm en houding laten evenmin iets te wenschen over. Eenige goudvlekken, hier en daar aangebracht, volmaken het geheel en doen denken aan vroeger verguldsel.
De hoofdfabricatie van Tanagra-beeldjes heeft in Italië plaats, waar het leger van reizigers, dat onafgebroken dit land bezoekt, de beste afnemers levert. Ook hier legt men het slim aan, zoodat het verkrijgen van oude terracotta beelden als een gelukkig toeval wordt beschouwd. Talrijke namaaksels van kruiken, kannen en schotels in aardewerk worden in Duitschland gemaakt; de meeste fabrieken verzuimen echter niet den stempel van hun fabriek op die voorwerpen te drukken. Zulke, meestal vrij goede voortbrengsels geven aan de vervalschers, die het vervalschen als een beroep uitoefenen, eene welkome gelegenheid, hunne kunsten te toonen. Het fabrieksmerk wordt eenvoudig met een harde scherf weggekrabd en alsdan begint men het stuk ‘oud’ te maken. Schotels worden aan rand en bodem op een slijpsteen afgedraaid, terwijl men daarbij langzaam eene bijtende vloeistof er op laat druipen Andere vervalschers geven de schotels aan kinderen, die ze op een smerigen vloer moeten heen en weer schuren. Door ze afwisselend in heet en koud water te doopen, verkrijgt men de berstjes in het gla-