Mgr. Kohn, de nieuwe prins-aartsbisschop van Olmütz. -
Op den aartsbisschoppelijken zetel van Olmütz, het Moravische Rome, zetelden tot dusver 61 bisschoppen, onder welke negen kardinalen, en de dragers dezer waardigheid waren sedert eeuwen bijna uitsluitend afstammelingen van hoog aristocratische geslachten.
Een schitterende glans straalt van den herderlijken zetel van Olmütz af. De opvolgers van den apostel der Slaven, den H. Methodius, voeren den titel van prins-aartsbisschop; zij genieten het vruchtgebruik van een reusachtig grondbezit; hun residentie te Olmütz en de historisch beroemde Kremsier zijn van buitengewone pracht. Behalve de oude geslachten Schwarzenberg en Esterhazy bezitten zij het recht, een gewapende eerewacht te houden.
Elk der domheeren bezit zijn eigen paleis en het kapittel heeft het recht, uit zijn midden den prins-aartsbisschop te kiezen. Tot domheeren werden alleen adellijken gekozen, en het kapittel beschouwde het als een privilege, enkel door adellijken te worden aangevuld. Onder den minister Stremayr werd evenwel met toestemming der pauselijke curie een soort van compromis gesloten, waardoor ook voor het burgerlijke element het verkrijgen van één of meer zetels als domheeren werd opengesteld. Het gevolg hiervan is, dat het tegenwoordige kapittel uit negen adellijke en acht burgerlijke capitularissen is samengesteld.
mgr. kohn, prins aartsbisschop van olmütz.
Men hield het bij de verkiezing van een opvolger voor den onlangs overleden kardinaal landgraaf Fürstenberg voor zoo goed als zeker, dat weer een adellijke zou gekozen worden, om den vacanten bisschoppelijken zetel van Olmütz in te nemen. Zooveel te grooter was dan ook de verrassing, toen de keuze op een burgerlijke viel, op twee na den jongsten der domheeren, aan wiens verkiezing, behalve eenige weinige ingewijden, niemand gedacht had, en wel allerminst de tot deze hooge waardigheid gekozene zelf.
Toen in tegenwoordigheid van den keizerlijken verkiezingscommissaris, den minister van onderwijs, vrijheer Von Gautsch, van den kansel en aan de kerkdeur in de Latijnsche, Boheemsche en Duitsche taal dr. Theodoor Kohn als prinsaartsbisschop van Olmütz werd geproclameerd, verwekte deze mededeeling verwondering en vreugde, vooral in de Czechische kringen, voor wie de pasgekozen kerkvoogd steeds veel sympathie had betuigd.
Dr. Theodoor Kohn werd in het jaar 1845 in het bergdorp Brzegnitz in de Moravische Sudeten geboren. Zijn oorspronkelijk Israëlitische grootvader trad tot het Christendom over, terwijl zijn moeder van een katholieke familie afstamt. Zijn ouders, heel kleine burgermenschen, die nog in leven zijn, wilden hun zoon landbouwer laten worden, maar zwichtten ten laatste voor den wensch van den knaap en lieten hem den geestelijken stand omhelzen.
Toen de prins-aartsbisschop Fürstenberg hem in 1870 de H. Priesterwijding schonk, zal bij zeker niet vermoed hebben, dat hij in den jongen, bescheiden geestelijke zijn opvolger wijdde. Slechts een jaar was hij als kapelaan met zielzorg belast, om daarna verschillende waardigheden te bekleeden, dank de bescherming van den aartsbisschop, die den ijverigen, bekwamen en in de godgeleerde wetenschap grondig onderlegden priester, die ook als schrijver over het kerkelijk recht naam gemaakt had, als ceremoniarius in zijn onmiddellijke nabijheid wilde hebben.
Daarna onderwees hij als professor aan de godgeleerde faculteit te Olmütz, werd vervolgens raadsheerin het consistorie, pauselijk eerekamerheer, kanselier van het consistorie en secretaris van den prins-aartsbisschop. In het jaar 1887 werd hij door het kapittel tot kanunnik gekozen en verwierf zich als bestuurder der zaken van het diocees de achting der geestelijkheid.
Na zijn verkiezing verklaarde hij aan den keizerlijken verkiezingscommissaris, ook als aartsbisschop met dezelfde soberheid te zullen blijven leven als vroeger en de opbrengst zijner goederen tot goede werken te zullen gebruiken.
Den dag na zijn verkiezing stapte een oud, bescheiden gekleed paar uit een coupé derde klas en zette den voet op het perron. Nauwelijks hadden beide oudjes dit gedaan, of een geestelijk heer snelde op hen toe en sloot ze in zijn armen. Het was de nieuwe prins-aartsbisschop van Olmütz, die zijn ouders ontving en hen als dierbare gasten naar zijn paleis voerde.