De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Lente. Madeliefje, breek het hulsel, Dat u nog omsloten houdt; Wasem weer uw zachte geuren, Streel ons met uw heldre kleuren Met uw hart van zuiver goud! Want zoodra uw zedig kopje Opduikt uit het berstend knopje, Vlucht de barre winter heen, En als duizend gouden dolken Boort de zonne door de wolken, Scheurt het somber floers vaneen. En de zefir streelt de bloesems En het golvend weideveld; Draagt, in vaart door niets te teuglen, Duizend geuren op zijn vleuglen, Als hij door zijn lusthof snelt; Rimpelt murmelende beekjes, Zilver meir en kalme kreekjes, Van den killen winterboei, Reeds zoo lang met leed gedragen, Eindlijk, eindlijk weer ontslagen Door het koestrend zongegloei. Lente! Lente, breng uw vreugde In het gure Nederland, Werp de bloemen op de zoomen Van de kabbelende stroomen Met een gulle, milde hand; Laat de zilvren vischjes dartlen, In het heldre water spartlen, Spelen in den zonneschijn; Laat der vogels zuivre tonen Zingen door de groene kronen: ‘Lente moest het eeuwig zijn!’ Sittard. A. Gielen. Vorige Volgende