Bij de Platen.
Plagerij. -
Plagerij onder broers en zusters is een zeer gewoon verschijnsel. Was sich liebt, neckt sich, zegt het Duitsche spreekwoord: wat van elkaar houdt, plaagt elkaar, en het luidruchtig gekrakeel, dat men dikwijls onder kinderen van een zelfde huis waarneemt, is dan ook volstrekt geen bewijs van slechte harmonie; dikwijls is juist het tegendeel het geval.
Zoo twijfelen wij er geen oogenblik aan of de deugniet onzer gravure houdt hartelijk veel van zijn zusje, schoon hij er na een uitgelezen plezier in schijnt te vinden, haar te dwarsboomen. Ze komt om een emmer water uit den regenput te halen, en hij houdt onverbiddelijk het deksel gesloten door er met zijn volle zwaarte bovenop te gaan staan. Van zijn hoog standpunt ziet hij haar met het hoofd in den nek en de armen in de zij uitdagend aan. ‘Haal er mij maar af, als je wil!’ roept de rakker en vermaakt zich in haar machtelooze verbolgenheid.
Het tafereeltje is weer een aardig bewijs van het succes, waarmee de nieuwere Italiaansche kunstenaars het genre beoefenen. Want we hebben hier met een Italiaansch schilderijtje te doen; dat zien we onmiddellijk uit den zonnigen gloed, uit den weelderig groenen dos van het huis, uit het voorkomen van schilderachtige verwaarloozing der heele omgeving, uit het luchtig costuum van den jongen en niet het minst ook uit den eigenaardigen vorm van den regenput. Het bovendeel daarvan bestaat toch uit niets anders dan het kapiteel van een oude Romaansche zuil, met twee heiligenbeelden aan weerszijden van een kruis versierd. Alleen op den klassieken bodem van Italië ziet men dergelijke eerbiedwaardige oudheden tot zulke practische doeleinden aangewend Bij ons zou een antiquiteit van dien aard als een kostbare zeldzaamheid naar een museum worden overgebracht; in Italië, waar de bodem bezaaid is met ruïnen van reeksen geslachten, kijkt men zoo nauw niet op een enkel kapiteel of een stuk kroonlijst.