Een zonderlinge orde.
De in 1827 te Spiers overleden geneesheer Johann Christian Ehrmann stichtte in 1809 te Frankfort aan den Main, in vereeniging met professor Fr. Christian Matthiae aldaar, de ‘orde der gekke hofraden’ (Orden der verrüekten Hofräte.) De zotste, onnoozelsteredenen gaven aanspraak op het lidmaatschap. De een of andere eigenaardigheid uit het leven en bedrijf van achtenswaardige en verdienstelijke mannen, een zonderlinge manier van doen, een hebbelijkheid of aanwendsel was voldoende om hen tot lid der orde te doen benoemen. Verdiensten, die door de overige wereld waren over het hoofd gezien, vooroordeelen, onschuldige hartstochten, grillen, vergissingen of ongerijmdheden konden plotseling aanleiding geven tot de toezending van het fraai gedrukte diploma, dat altijd van den 1en April gedateerd en met de handteekening Timander (vertaling van Ehrmann) voorzien was. Deze oorkonden drukten zooveel mogelijk in lapidairstijl, meestal op heel vernuftige en geestige wijze, de reden der benoeming uit, nu eens in korte woorden dan weer in toespellingen.
Zoo kreeg Creuzer zijn diploma ob pocula mystica, Jean Paul ob iram et studiam, Iffland ob cocardum, Goethe ob orientalismum occidentalem, Tot het jaar 1820 waren er zevenhonderd diploma's uitgereikt, waarna het eigenaardige verkeer onder de leden en daarmede de geheele orde verliep.
Een verwante vereeniging van grappenmakers was omstreeks het jaar 50 de sociëteit Ulk te Haspe in Westfalen.