De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Moeder en Kind. (Bij 't zien van het tafereeltje op blz. 249.) Kent ge iets rijkers Dan de kijkers Van mijn kleinen hartedief? Stralend oogje Onder 't boogje, Moeder heeft u toch zoo lief! Als een schichtje Dringt uw lichtje Tot in 't diepst van mijn gemoed. Neen, geen sterre Blinkt van verre In mijn oog zoo wonderzoet. In u leeft er, In u zweeft er Op zijn wiekjes licht en blond, Nu eens rustig, Dan weer lustig, 't Engelreine zieltje rond. Hoe lieftallig En bevallig Gaan die donzen wimpers dicht, Als uit 't keeltje Stijgt een kweeltje Met een lachjen op 't gezicht! O, dan grijp ik En dan knijp ik Beide koontjes zacht en teer; 'k Richt mijn oogen Naar den hoogen, Biddend: ‘Dank U, Lieve Heer!’ Vorige Volgende