Uit de Panama-Campagne. -
Van de werkstaking naar Panama is de sprong zoo heel groot niet, want ook hier hebben wij met een werkstaking te doen, al is ze, in tegenstelling met de gewone, welke veelal de schuld der werklieden zijn, een gedwongene door de bedriegerijen op groote schaal, die in de laatste maanden zijn aan het licht gekomen.
Een ieder, die de verwikkelingen van dit treurspel in de dagbladen gevolgd heeft, zullen de namen der twee mannen bekend zijn, die in den laatsten tijd op ieders lippen waren en van wie wij den lezers hier de portretten aanbieden.
Al heeft Eduard Drumont aan deze campagne geen werkzaam aandeel kunnen nemen, daar hij voor eenige maanden een onderkomen heeft gekregen in de gevangenis Sainte-Pélagie, wegens beleediging van den minister Burdeau, toch heeft hij, misschien meer dan eenig ander, er den krachtigsten stoot aan gegeven door zijn boek La dernière Bataille, waarin hij de zwendelarij van de Panama-kanaal-maatschappij in kleuren en geuren heeft geschetst.
Drumont, dien men, naar zijn uiterlijk te oordeelen, eer onder de zonen dan onder de bestrijders van Israël zou rangschikken, is de woordvoerder van hen, die den joodschen invloed op sociaal en politiek gebied verderfelijk achten voor Frankrijk en niets onbeproefd laten om het land van den H. Lodewijk voor overheersching door het Semitische ras te vrijwaren.
In onzen tijd van eigenbaat en bedrog, van zelfzucht en omkooping, moet men onwillekeurig eerbied hebben en sympathie voor een man uit één stuk als Eduard Drumont, die voor zwaard de pen heeft gegrepen en niet moede wordt zijn Frankrijk, dat hij zoozeer liefheeft en door een drift joodsche bloedzuigers ziet uitgezogen, toe te roepen, vanwaar het grootste gevaar dreigt.
Het tweede portret is van Andrieux, die, hij moge al tot dusver als prefect der Seine en afgevaardigde in beperkten kring bekend zijn geweest, nu opeens een Europeesche vermaardheid heeft verkregen door zijn onthullingen in zake het Panama-schandaal. In den laatsten tijd medewerker van Drumont aan de Libre Parole, was hij te voren advocaat, magistraat, afgevaardigde, gezant en prefect van politie, in alle welke betrekkingen het hem gelukt is, een groot aantal stukken in handen te krijgen, waardoor verschillende hooggeplaatste Franschen, o.a. de oud-minister Baïhaut, gecompromitteerd zijn.
Toen de afgevaardigde Delahaye van de tribune der Kamer zijn aanklacht in het Parlement slingerde en ook nog dagen daarna zweeg Andrieux; maar eensklaps, als met een coup de théâtre, kwam hij met zijn dossier voor den dag. Doch wat behoeven wij hierover nog uit te weiden?
In de bladen hebben onze lezers dit alles uitvoerig kunnen lezen, maar toch zullen zij hier met genoegen het portret der twee mannen beschouwen, die, de een rechtstreeks, de ander zijdelings, een zoo groote rol hebben gespeeld in dit geweldige drama.