Bij de Platen.
De kleine Wilhelm Tell. -
Al is de geschiedenis van den Zwitserschen vrijheidsheld door de nuchtere geschiedvorschers van onzen tijd sinds lang naar het gebied der sprookjes verwezen, onder zijn landgenooten leeft zijn herinnering nog krachtig voort, en wij kunnen ons voorstellen dat elke jonge Zwitser, die voor het eerst pijl en boog in handen krijgt, de eerzucht koestert, een tweede Wilhelm Tell te worden.
In afwachting daarvan zal de kleine deugniet op onze gravure, door de vaderlijke aanwijzingen geleid, alvast beproeven, het aangegeven doel te treffen. Met fonkelend oog en vaste hand legt hij aan, en ja, daar steekt de pijl trillend in het hart van de roos. Een glans van voldoening en trots verheldert het ronde, blozende jongenskopje, en terwijl hij belangstellend naar de verdere wenken van vader luistert, doet hem de aanmoedigende bewondering van moeder en grootmoeder niet weinig goed. Als de jongen maar tijd van leven heeft, kan er een schutter uit hem groeien, die zonder den grooten Tell in heldenmoed te evenaren, hem toch in scherpte van blik en vastheid van hand op zijde streeft.