De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

Een dichterlijk recept.

‘Hoe maak je de toespijs, die je op hebt gezet?’

Eenvoudig: een darmpje, gereinigd van smet,

Deel 'k af in vier deelen, van vier en drie strepen;
'k Neem zeven paar rijmen die staan ofte slepen;

Ik zoek een ideetje, het liefst ‘onbegrepen’;
Nu neem ik het horentje: en dan maar geknepen.

Gestopt in het darmpje het woordenrijk met

Zoolang tot gevuld is het vierde koeplet.

Wij komen er stellig. - Je kijkt zoo benepen

Gelijk een gebochelde nuf in 't korset! -

Gevuld met geduld... en de zaak is gered.

Nu rollen wij 't darmpjen en maken twee kepen

Aan 't einde; dan pinnen en prikken wij het,

En - klaar is het dichterlijk worstje of sonnet!

Aaltje.