De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Emmanuel. Wees gegroet, o stam van Jesse! Die als teeken hebt gestaan, Dat uit U een bottend Spruitjen, 't Heil der volkren op zou gaan! Roert uw harpen, grijze Barden! Laat uw choren, Israël, Ruischen voor den pasgeboren Vredevorst Emmanuel! Zie, om Sions droeve heuvlen Speelt een vonklend morgenrood, Dat de Zon van Licht en Waarheid Aanvoert in zijn purpren schoot. Langs zijn velden ruischt Gods adem, Door zijn dreven vaart een lied, Zijn woestijn besprenkt een beekje Dat van Juda's bergen schiet. Van zijn donkre palmen druppelt Hemelweelde als dauwnat neer, In hun lommer zwijgt de klaagzang Der profeten van weleer. Stil ontplooit de roos heur blaadjes In het dal van Jericho, Langs Judaea's hupplend water Klinkt en golft de vreugdeboô. Op naar Bethlems schaamle kribbe! Dáár, dáár ligt in d'armen stal 't Koningskind, wiens schreiend mondjen U Gods Geest getuigen zal. Uit Zijn handjes dauwt de zegen Op de dorre en smachtende aard, Liefde tintelt in Zijn oogje Dat ons, zondaars, tegenstaart. Van Zijn lipjes ademt vrede, Van Zijn voorhoofd straalt de gloed, Dien de stem der nageslachten Als het Licht der waereld groet. Looft en prijst den stam van Jesse, Die als teeken heeft gestaan! Uit zijn tronk is 't bottend Spruitjen. 't Heil der volkren opgegaan. P.N. Brouns. Vorige Volgende