Wetenswaardig Allerlei.
Leergierige grijsaards. -
De geschiedenis maakt van onderscheidene groote mannen gewag die nog op hoogen leeftijd zich op de beoefening van een taal of wetenschap toelegden. Zoo leerde Socrates op zijn ouden dag verschillende instrumenten bespelen. Cato begon op zijn tachtigste jaar met de studie van het Grieksch en Plutarchus was misschien nog ouder, toen hij zich op het Latijn ging toeleggen.
Theophrastus begon zijn beroemd werk over de karakters der menschen, toen hij al negentig jaar oud was; hij werd door den dood in zijn letterkundige bezigheden verrast.
Colbert, de beroemde Fransche minister van financiën onder Lodewijk XIV, nam met zijn zestigste jaar de studie van het Latijn en der rechtsgeleerdheid weer op.
De kanselier Le Tellier bestudeerde hoogbejaard de logica voor zijn genoegen en om zich met zijn kleinkinderen over deze wetenschap te kunnen onderhouden.
Benjamin Johnson, een Engelsch dichter, legde zich nog enkele jaren voor zijn dood op de studie van het Hollandsch toe, terwijl onze onsterflijke Vondel als grijsaard het Latijn leerde.
De markies de Saint-Aulaire, lid der Fransche academie, begon zich eerst met zijn zeventigste jaar met de dichtkunst onledig te houden, en zijn verzen zijn vol vuur, bevalligheid en fijnheid.
De beroemde Italiaansche dichter Boccaccio was al vijf en dertig jaar oud, toen hij de letteren begon te beoefenen. Desniettemin heeft hij een groot aantal schrijvers overtroffen, die zich van hun prilste jeugd op de letteren hadden toegelegd.
Ludovico Monaldesco stelde in den buitengewoon hoogen leeftijd van honderd vijftien jaar de gedenkschriften van zijn tijd op: wel een bewijs van een ongewoon helder en kloek hoofd.
John Ogilby, de vertaler van Homeros en Vergilius in Engelsche verzen, kende geen Grieksch en Latijn voor zijn vier-en-vijftigste jaar.
Franklin maakte een begin met zijn ongeevenaard schrandere navorschingen op het gebied der natuurkunde, toen hij al negen en veertig jaar oud was.
de troost van den gevangene.
De volledige verzameling der werken van Dryden is de aanzienlijkste, die ooit uit de pen van een schrijver is gevloeid. Toch gaf deze Engelsche schrijver geen bewijs van zijn dichterlijke talenten voor zijn zeven-en-twintigste jaar. Op acht-en-zestigjarigen leeftijd vormde hij het plan, de Illiade te vertalen, wat hij ook ten uitvoer bracht. Zijn beste voortbrengselen werden in zijn ouden dag geschreven.
Michel Angelo behield tot in hoogen leeftijd zijn scheppend genie, want hij werkte als het ware tot zijn laatste uur, en bereikte den ouderdom van negentig jaar. Hij schijnt in een vernuftig gevonden devies een zinspeling op zich zelven te doen, waar hij zich voorstelt als een eerbiedwaardig grijsaard op een soort van wagen, met een zandkoker naast zich, waarop dit opschrift: Ancora imparo, ik leer nog.