Moderne Ontploffingsstoffen.
De jongste dynamietontploffingen te Parijs en Luik hebben heel Europa in rep en roer gebracht, en een doodelijke schrik sloeg den vreedzamen bewoners dier beide steden om het hart bij de gedachte aan dit helsche ontploffingsmiddel, een te gevaarlijker vijand, omdat alle voorzorgsmaatregelen daartegen nutteloos en ondoeltreffend zijn, omdat het onzichtbaar dood en verderf zaait onder duizenden.
De Parijzenaars kregen een gevoel, alsof de oude orde van zaken uit haar voegen zou gaan, toen een half dozijn anarchisten, met den onlangs terechtgestelden Ravachol aan het hoofd, de millioenenstad in duizend vreezen hield.
Met het dynamiet zijn wij een nieuw tijdvak ingetreden, evenals de uitvinding van het buskruit een nieuw tijdperk in de geschiedenis opende. De burchten der ridders, de roofnesten op de rotsen werden met den grond gelijk gemaakt, de kogels van het geschut drongen overal doorheen. Helm en harnas konden geen wederstand meer bieden en verhuisden naar de rommelkamer. Het leenstelsel der middeleeuwen was hierdoor in den wortel getroffen; de maatschappij werd als het ware omgeploegd, de humus van dieper gelegen volkslagen drong naar de oppervlakte, en daarmee nieuwe sappen, nieuwe wasdom, een nieuwe tijd.
Feitelijk was het buskruit reeds vóór duizenden jaren aan de Chineezen bekend en ook de Arabieren bezaten lang voor Berthold Schwarz en den Engelschman Roger Baco (1220) de medfaa, een mengsel, dat in zijn bestanddeelen bijna nauwkeurig beantwoordt aan de voorschriften voor het kruit van het Engelsche leger. Behalve het buskruit valt tot den nieuweren tijd geen enkel ontploffingsmiddel te vermelden dan het zoogenaamde Grieksche vuur, dat de eigenschap bezat, onder water te blijven branden. Keizer Constantijn IV Pogonatus (678 n. Chr.) bediende zich hiervan ter verdediging van Constantinopel tegen de Arabieren, wier schepen hij daarmee vernietigde. De bereiding van het Grieksche vuur was eeuwenlang een geheim der legerhoofden, totdat het door een trouweloozen vuurwerker aan den vijand verkocht werd.
Het tweede tijdvak der ontploffingsstoffen begint eerst in onze eeuw, toen Barconnot te Nancy in 1823 en na hem Pelouze de eigenschap van geconcentreerde salpeterzuren om met stijfsel, houtvezels, katoen en papier uiterst snel brandbare verbindingen te vormen, ontdekte. Daarna vond Schönbein in het jaar 1845 het schietkatoen en in 1847 de Italiaan Sobrero de nitroglycerine uit. Beide stoffen waren voor de practijk, dat is voor militaire doeleinden, maar niet zoo aanstonds te gebruiken. Zij namen jaren lang de vernuftige werkzaamheid van beproefde vakmannen in beslag, om de hulpeloosheid der jeugd te boven te komen. Het schietkatoen is tegenwoordig nog in gebruik en wel bij voorkeur bij torpedo's, die helsche vernielingswerktuigen met hun slanken, vischachtigen vorm, waarvan een enkel in staat is, de drijvende vesting van een modern pantserschip in den grond te boren.
Eerst veel jaren na zijn ontdekking, in het jaar 1862, werd de nitroglycerine in de techniek ingevoerd, en wel door den Zweedschen ingenieur Alfred Nobel, die er onder den naam van Nobelsche ontploffingsolie patent voor nam. De nitroglycerine is de moeder van al die verschrikkelijke mengsels, waarmee de anarchisten rustige burgers bedreigen, maar zonder welke ook de grootsche vorderingen der beschaving, het blootleggen van het inwendige der aarde om er kolen en kostbare ertsen uit te halen, het doorboren van rotsen tot het aanleggen van tunnels en groote kanalen, maar in beperkte mate mogelijk waren geweest.
De nitroglycerine is een helgele, reuklooze olie; de smaak daarvan is in het begin zoetachtig, maar later scherp en prikkelend als die van specerijen. Reeds bij zeer kleine hoeveelheden is zij sterk vergiftig, terwijl ze bovendien zeer licht door de poriën der huid heendringt en dus de uiterste voorzichtigheid geboden is. De bewerking geschiedt in dier voege, dat men geconcentreerde salpeterzuren met zwavelzuren vermengt en hieraan onder omroeren en voortdurende afkoeling glycerine toevoegt. De arbeid wordt in groote looden vaten verricht, waarin zich tal van looden buizen kronkelen, waardoor het koude water, dat de afkoeling bewerkt, circuleert. Bij dit scheikundig proces speelt het zwavelzuur geen andere rol dan het verkrijgen van een zuiver en veilig product mogelijk te maken. Op zuiverheid en veiligheid komt het in hoofdzaak aan, want deze gevaarlijke olie heeft de neiging, wanneer ze lang bewaard wordt, zich te ontleden, vooral wanneer ze niet geheel ontzuurd is, en dan bij de geringste aanleiding te ontploffen.
De Nobelsche ontploffingsolie hield zich uitstekend, maar bij de bewerking zoowel als in het gebruik was ze van zooveel gevaren vergezeld, dat men steeds meer voor het aanwenden daarvan terugschrikte. Een toeval nu bracht Nobel op een nieuwe ontdekking. De vaten, die het vocht bevatten, werden op de transportwagens in het begin met stroo omwikkeld, daarna in een laag van kiezelgoer (afzetsels van kiezelzuur uit vulkanische heete bronnen) gelegd. Op zekeren keer kwam er een lek in een dier vaten en het kiezelgoer zoog haastig de nitroclycerine op. De olie drong door in de afzonderlijke moleculen der infusioriënaarde en vormde dientengevolge niet meer die vloeibare massa, welke door een lichten schok of stoot de vreeselijkste vernieling na zich sleepte. Het dynamiet was uitgevonden. Dit kiezelgoer wordt bij voorkeur uit Hohenlohn in Hannover getrokken. In goed verhitte ovens gebrand en tusschen walsen gemalen, vormt het een poeder, dat de eigenschap bezit, het driedubbele van zijn gewicht aan nitroglycerine in zich op te nemen. De vervaardiging van dynamiet geschiedt door vermenging dezer beide stoffen en wel met de bloote handen, ofschoon de ontploffingsolie, zooals wij boven zagen, vergiftig is en zelfs door de poriën der huid heendringt.
Het dynamiet is een bruine, vettige massa, die onmiddellijk na de fabricatie in hulzen van perkamentpapier verpakt wordt, om in dezen vorm als patronen voor het gebruik geschikt te zijn. Het is eigenaardig, dat de stof, evenals de nitroglycerine, vuur vat, langzaam verbrandt, zonder te ontploffen. Het vervoer van dynamiet levert geen gevaar op. In het jaar 1876 noodigde de firma Nobel en Co. de natuurkundigen en geneesheeren, die toen te Hamburg een bijeenkomst hadden, uit, in de fabriek te Lauenburg een kijkje te komen nemen, waar een aantal merkwaardige proefnemingen zouden gedaan worden. Een vaatje met 2 ½ kilogram dynamiet werd 6 meter hoog op het plaveisel geworpen, zonder dat het ontplofte. Hierna lei men een patroon op een keisteen en liet er een gewicht van tien kilo, eveneens van een hoogte van zes meter, op neervallen. De patroon werd plat geslagen, maar ontplofte niet. Een vaatje, dat zeven en een half kilogram inhield, werd met een brandende sigaar aangestoken en brandde kalm leeg, zonder dat zelfs het vat beschadigd werd. Zoo verbrandde ook een gesloten vaatje, dat twaalf en een half kilo dynamiet bevatte en in een open vuur geworpen werd, zonder te ontploffen.
Een ontplofbaar lichaam ontlaadt men zeker, indien men een ander, b.v. een slaghoedje met knalkwikzilver, aansteekt. Dit kan zelfs gebeuren, wanneer de opwekkende ontploffingsstof zich niet bij het lichaam zelf, maar op grooten afstand daarvan bevindt. Op deze wijze kunnen ontploffingsolie en schietkatoen door de lucht of het water, waardoor zij omgeven zijn, tot ontlading komen. Indien het mogelijk was, alle verhoudingen te regelen, dan had ieder officier het in de hand, de ontploffingsstoffen des vijands van uit de verte onschadelijk te maken. Men kan dit een sympathetische ontlading noemen; hierbij echter is geen geestelijke sympathie tusschen twee stoffen in het spel, maar de voortplanting van den schok door de lucht. Elk lichaam dat ontploft brengt de kleinste deelen van zijn omgeving in trilling, welke beweging zich golvend altijd verder uitbreidt en daarbij steeds zwakker wordt, evenals de geluidsgolven der stem, die ten slotte wegsterven.
In Europa is de ontploffingsolie als zoodanig bijna geheel uit de practijk verdwenen. Men bevond, dat het vooral in bevroren toestand, die reeds bij een warmte van acht graden intreedt, door een stoot tot ontploffing gebracht wordt. In Amerika is echter juist het tegenovergestelde het geval. Wat hier gevreesd wordt, is daar tot beginsel verheven. De bekende fabriek Mowbray in Pennsylvanië heeft haar voorraad nitroglycerine in ijskelders opgeslagen, vervoert ze bij voorkeur in bevroren toestand, en beweert, zonder eenig ongeval groote hoeveelheden bij strenge koude langs ruwe berg-