was, het aluminium voor de vervaardiging van champagneflesschen te gaan gebruiken, nam een militair Fransch apotheker op zich, door tal van proefnemingen de juistheid van een zoo ernstige bewering te onderzoeken. In strijd met de door de Duitsche scheikundigen geopperde meening kwam hij tot de zekerheid, dat lucht, water, wijn, bier, appeldrank, koffie, melk, olie, boter, vet, enz. en ook het speeksel, urine en aarde minder invloed hebben op aluminium dan op gewone metalen, als ijzer, koper, lood, zink en tin. Wel wordt het ingevreten door azijn en zeezout, maar niet zoo erg, dat het daardoor in het gebruik gehinderd wordt. Het aluminium schijnt dus bepaald geroepen om in de industrie een gewichtige rol te spelen.
in het hooggebergte, naar de teekening van a. thiele.