De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

[p. 407]

Bij de Platen.

Rijk gezegend. -

Zoo we ooit gelegenheid hadden, diep overtuigd te worden van de oude algemeen bekende en toch helaas zoo slecht begrepen waarheid, dat geen geld en goed, maar enkel tevredenheid en plichtsbetrachting den mensch gelukkig kunnen maken, dan is het zeker bij den aanblik van dit bevallig tafereeltje.

Te midden van zijn gezonde en vroolijke kinderen, met zijn jongsten lieveling op den arm, voelt de schamele daglooner zich na volbrachten arbeid den koning te rijk. Heeft hij niet veel, hij heeft toch meer dan hij behoeft en kan dus bij zijn karige verdiensten nog spreken van overvloed. Menig huisvader uit den gegoeden stand mag hem dit benijden.

De H. Vincentius, de plaats van een galeiboef innemende. -

Ter gelegenheid van den feestdag des beminnelijken heiligen, den 19en Juli gevierd, meenen wij zijn talloozen vereerders ook onder onze lezers een aangename verrassing te bereiden, door hun een aangrijpende voorstelling aan te bieden van een der treffendste episoden uit zijn leven van zelfopoffering en niets ontziende menschenliefde. De schilderij van den beroemden Franschen kunstenaar Bonnat, een van de sieraden der Parijsche tentoonstelling van dit jaar, doet ons daartoe een welkome gelegenheid aan de hand.

Zij stelt ons voor hoe de edele man, die er niet enkel op uit was den nood des lichaams te lenigen, maar er bovenal naar streefde de ellende naar de ziel weg te nemen, zich niet ontzag zijn eigen vrijheid ten behoeve van een misdadiger ten offer te brengen. Wij lezen in de geschiedenis van zijn leven dat de H. Vincentius in 1622 een reis naar Marseille deed; volgens geloofwaardige getuigen werd hij daar zoodanig getroffen door de wanhoop van een ongelukkigen galeiboef, dat hij, den rampzalige niet kunnende troosten, verzocht diens plaats te mogen innemen en zijn kluisters te mogen dragen. Het werd hem toegestaan en de onschuldige priester boette aldus de schuld uit van den misdadiger.

Zoodra hij uit de boeien was bevrijd, was zijn eerste werk een stichting tot stand te brengen, die zich geheel aan het geestelijk en lichamelijk welzijn der galeiboeven wijden moest en waarvan hij de leiding opdroeg aan priesters die geregeld deze ongelukkigen bezoeken moesten.