reiding afhankelijk van het klimaat, den grond en de levenswijze der menschen. Maar het werd vroeger en wordt ook nu nog uit de korrels van het graan gewonnen, dat wij in het zweet des aanschijns op een vaak ondankbaren bodem moeten telen.
Het eerste brood werd tusschen heete steenen of in de warme asch gebakken; aan onze moderne ovens en machinale bakkerijen dacht men toen nog niet. Elk huishouden bereidde zijn eigen brood, waarvoor het koren voor dagelijksch gebruik met behulp van kleine handmolens werd fijn gemalen. Wij lezen in het eerste boek van Mozes (XVIII, 6) dat Abraham, toen hij het bezoek der drie engelen ontving, Sara beval, spoedig drie maten tarwemeel te kneden en een koek te bakken. Ook Loth onthaalde de engelen op haastig klaargemaakte, ongezuurde koeken. Toen de profeet Elias zich, den hongerdood nabij, onder een jeneverboom neervlijde om te sterven, werd hij door een engel met brood en water gesterkt. Ook de weduwe van Sarepta wie hij om brood en water verzocht, bakte hem van haar laatste meel een brood.
De brooden in het Oosten waren vlak en hard, zooals wij nog aan de Azymen-brooden kunnen zien, die de orthodoxe Joden tegen Paschen bakken. De Oostenrijksche geneesheer, Dr. Polak, die in het midden dezer eeuw lijfarts van den sjah van Perzië was, verhaalt in zijn aanteekeningen, dat het brood in Perzië den vorm heeft van een plat bord, bij de maaltijden met de voorgezette spijzen belegd en zoo met deze opgegeten wordt. Het oudste brood zal er waarschijnlijk ook zoo uitgezien hebben. Nooit werd er een groote voorraad van gebakken, hetgeen in het heete Oosten, waar alles dadelijk verdroogde, niet raadzaam was. Toch kregen, zooals men weet, Aäron en zijn zonen de toonbrooden, die altijd van den eenen Sabbath tot den anderen op de gouden tafel van de Ark des Verbonds moesten liggen, eerst na acht dagen te eten.
Evenals op de eereplaats van de H. Ark, zoo zien wij, dat het brood in de H. Schrift steeds hoog in eere wordt gehouden. De hemelsche gasten van Abraham en Loth werden door hen op brood onthaald, en na de overwinning van Abraham, verschijnt de hooge, forsche gestalte van den priesterkoning Melchisedech met brood in de hand, om den Heer daarvan een dankoffer te brengen. Jozef de zoon van Jacob, werd door den hongersnood van een verachten gevangene de stadhouder van het machtige Egypte. In de woestijn kregen de Israëlieten brood uit den hemel en de stervende profeet Elias werd door een engel met brood gesterkt. In het Nieuwe Testament vooral zijn de verhevenste gelijkenissen en de grootste wonderen des Heilands aan het brood vastgeknoopt. Hij vergelijkt het Hemelrijk met een zuurdeesem en noemt zich zelf het Brood des Eeuwigen Levens. Toen hij uit het midden Zijner leerlingen scheidde, brak Hij met hen het brood, en na Zijn opstanding is het weer het brood, dat Hij met hen breekt en waaraan zij Hem herkennen. Het verhevenste geheim van den katholieken godsdienst is voor alle tijden onscheidbaar met de gedaante van brood verbonden.
Maar ook de andere volken hielden het brood hoog in eere. De heidensche Grieken en Romeinen bewezen Demeter of Ceres, die den menschen den akkerbouw zou hebben geleerd, goddelijke eer en vieren te harer eer de Eleusinische geheimen. Ook hechtten de Romeinen bij het uitbreiden van hun gebied groot gewicht aan vruchtbare landstreken. Te Rome zelf was langen tijd het bekende panem et circenses, brood en spelen, het parool.
Waar de beschaving veld won, daar werden de volken het eerst in de kunst der broodbereiding onderwezen. Toen de Germanen, het omdolen en jagen moede, vaste woonplaatsen kozen, zaaiden zij, door vrome monniken hierin geleid, koren en bereidden zich daaruit hun brood.
Bekend is de sage van het Vrouwezand te Stavoren, die de zware straf verhaalt, welke een rijke vrouw trof, die het brood had veracht. Ze had haar schippers den last gegeven, het edelste en beste, dat op den wijden aardbodem te krijgen was, voor haar uit de verre landen, die zij bezeilden, mee te brengen. Toen nu een dezer een heele scheepslading van de heerlijkste tarwe aanvoerde, liet zij de geheele lading in zee werpen. Later moest zij zelf haar brood bedelen: zoo straft de volksmond de verachters van het brood.
Zooals we boven reeds zeiden, is het brood voor de onderscheidene landstreken verschillend. In het Oosten en in alle landen, waar de tarwe zoo uitmuntend gedijt, vooral in het Zuiden van Europa, is het tarwebrood het hoofdvoedsel. Het uit gerst bereide brood is zwaar en niet zoo smakelijk en wordt alleen door arme lieden gegeten. Het wonder van de vermenigvuldiging der brooden werd met gerstebrooden gewrocht.
De oude beschaafde volkeren kenden de rogge niet, die waarschijnlijk aan de Zwarte Zee inheemsch was, en nu vooral in het Noorden van Europa gebruikt wordt. In het algemeen kan men zeggen, dat hoe noordelijker men komt, hoe grooter en donkerder de brooden worden, maar ook tarwebrood en een mengsel van rogge en tarwe wordt in onze streken veel gegeten. Ook ten onzent niet onbekend zijn de onder den naam van pompernikkels in sommige streken van Westfalen gebakken groote roggebrooden. De naam moet hiervandaan komen, dat een Franschman, wien het eens voorgezet werd, zou gezegd hebben: ‘C'est bon pour Nickel, namelijk voor zijn paard. Volgens een andere lezing heette zoo de Westfaal, die te Straatsburg bij een rooftocht van Lodewijk XIV den eersten pompernikkel moet gebakken hebben. Nu voor een Fransche maag is dit zware roggebrood juist niet het verkieslijkste. Wel zijn de Franschen groote liefhebbers van brood, maar zij houden het meest van fijn wittebrood.
In Westfalen wordt ook nog de volgende pompernikkelgeschiedenis verhaald: de bij het sluiten van den Westfaalschen vrede aanwezige pauselijke nuntius zou namelijk een grooten pompernikkel naar Rome gezonden en daarbij geschreven hebben: ‘Ecce panis Westphalorum.’ Deze geschiedenis klinkt echter niet al te waarschijnlijk, want moge het den daar vergaderden heeren bij de lang getrokken vredesonderhandelingen al niet aan tijd ontbroken hebben om een aardigheid uit te halen, zoo zou toch het brood, dat bij de toenmaals langzame verzending den weg over de Alpen moest maken, meer steen dan brood geworden zijn.
In de noordelijk gelegen, minder vruchtbare landen van Europa wordt het roggebrood dikwijls met havermeel vermengd, maar voor een behoorlijke vertering hiervan heeft men een sterke maag noodig. De arme Laplanders bakken zelfs brood van de binnenste witte schors van den denneboom. Ook het veel zetmeel bevattende merg van een kastanjesoort en het zaad der gele lupine worden in tijden van duurte gebruikt. In Normandië moet men in slechte tijden zelfs het zaad van varens daartoe gebruiken. Al deze surrogaten schaden ten minste niet de gezondheid, wat nu juist niet gezegd kan worden van het moederkoorn en andere ingrediënten, die in een zeer hoog percentage voorkwamen in het graan, dat door enkele gewetenlooze Parijsche speculanten aan de hongersnoodlijdende districten van Rusland was geleverd. Onze boeren, die zelf hun brood winnen en zelf brood bakken, behoeven natuurlijk voor die vervalsching niet beducht te zijn. Ook de farmer in het verre Westen, die zelf zijn maïs teelt, heeft niet te vreezen, zijn gezondheid door onzuiver voedsel te benadeelen. De maïs, die ten onrechte - want ze komt uit Amerika - Turksche tarwe wordt genoemd, is een uitstekend voedingsmiddel, maar de Europeanen kunnen er zich over het algemeen niet te best mee vereenigen. Toen in den verloopen zomer het koren zoo duur was, werden in Duitschland proeven genomen met het zoogenaamde Caprivi-brood, een mengsel van rogge en maïs, maar de soldaten, wien dit kostje werd voorgezet, waren het spoedig beu.
De grootste broodverbruikers zijn - met uitzondering natuurlijk der arbeiders, die zwaar werk hebben te verrichten - de kinderen, die zoolang ze nog groeien verbazend veel aan kunnen, en, zooals Hildebrand zegt, altijd een les meer leeren en een boterham minder eten dan waar ze zin toe hebben.