Hoe men zich in 't net kan werken.
‘Heeregut, daar komt de notaris aan. Hij ziet er vandaag zoo deftig uit of hij heel wat van plan is.’
‘Ik ga in alle geval gauw een beetje toilet maken.’
‘Juffrouw Amanda, loop nu toch zoo niet weg. Ik had u juist wat te zeggen.’
‘Weg is ze! Maar wat weerga! 't lijkt wel of ik vastgehouden word.’
‘Wel pot... hoog en laag!’
‘Dat moet er nog bijkomen!’
‘O! O!...’
‘Nu, mijnheer de notaris, wat had u me dan eigenlijk te zeggen?’
‘Dat u me voor altijd in uw netten verstrikt heeft, juffrouw.’