De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8(1891-1892)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 's Vaders thuiskomst. Aan wal stapt de visscher, met vroolijk gezicht, Maar hoort van de buren 't verplettrend bericht Dat zijn vrouw sinds een week op den godsakker ligt. Een meisje snelt nader, g[r]ijpt vurig zijn hand, En snikt: ‘lieve vader!’ en leidt hem van 't strand Naar de plaats, waar een nederig kruis is geplant. In heftige ontroering verhaast hij zijn schreên..... ‘Hier, vader, hier droegen de mannen ze heen!’ En heur vingertje wijst op het kruisken meteen. Geen woord spreekt de zeeman bij 't graf zijner vrouw; De traan in zijn oogen getuigt van zijn rouw, Z[e]gt genoeg van zijn l[i]efde, zoo innig en trouw. Hij peinst, met een pijnlijken trek om den mond: ‘Indien aan mijn zijde dat mei[s]je niet stond, Zou ik liefst willen rusten naast haar in den grond!’ 10 April '92. W. DE VEER. Vorige Volgende