Benjamin Franklin geëvenaard.
Die Amerikanen zijn toch knappe lui. Franklin trok in 't laatst der vorige eeuw den bliksem uit de wolken; zijn landgenooten van den tegenwoordigen tijd onttrekken den regen aan het uitspansel.
De dagbladen hebben den afgeloopen zomer als curiosum vermeld, waa[r] en wanneer men het had ‘doen’ regenen: ik stel me voor u mede te deelen door welke middelen en op welke manier zulks geschiedde.
Groote uitgestrektheden gronds in Nebraska, Kansas, Dakota, Wyoming, Montana en Texas lijden in den warmen tijd aan waterarmoede, zoowel wat rivieren als wat neerslag betreft, en zijn zoo goed als ongeschikt ter bebouwing en daardoor ook ter bewoning. Zij kunnen slechts voor een klein deel als weide voor half wild vee worden gebruikt, dat door cow-boys, echte koejongens, wordt gehoed. Waar nabijliggende heuvels en dalen het mogelijk maken, heeft men op kleine schaal gekanaliseerd om de uitgestrekte velden te bevochten of te bevloeien; maar in de eigenlijk gezegde prairiën werd de aanwending van dit middel te kostbaar, en zoo stond men hier radeloos met den vromen wensch der Indianen: ‘Och, dat het mogelijk ware, den regen uit den hemel te tooveren.’ Berichten uit den herfst van 1870 vestigden de opmerkzaamheid op het idee, een zoodanige tooverij in schietoefeningen te zoeken. De New- Yorker Avondpost meldde o.a.: ‘Tijdens het begin van Aug. tot het midden van September in den Duitsch-Franschen oorlog heeft men op het oorlogsveld nauwelijks één dag zonder regen gehad (een voor dit jaargetij zeer ongewoon verschijnsel), en de Duitsche pers schrijft dit aan het onophoudelijk geweervuur en het gedonder der kanonnen in die streken toe. Edward Powers, een civiel-ingenieur uit Wisconsin, werd daardoor op het denkbeeld gebracht eene reeks van statistieke datums te verzamelen, en ze onder den titel ‘Oorlog en Weder’ in het licht te geven. Uit den Mexicaanschen oorlog (1847), alsook uit den vierjarigen Secessieoorlog (1861-1865) vielen buitengewone voorbeelden van onverwachte stortregens te constateeren onmiddellijk na een grooten slag in oorden, waar weken voor dien tijd geen droppel water gevallen en waar regen in dezen tijd des jaars een ongewoon verschijnsel was. Het geschrift van Powers baarde groot
opzien, en vele mannen van invloed en gezag, als b.v. de generaals Sherman, Garfield, Logan en de senator Farwell hielden zich gedurende de volgende jaren inzonderheid in 1874 bezig met de ‘regen vraag’. Het hoofdbezwaar lag in de groote kosten, welke het ‘regen maken’ scheen te eischen, daar men een aanzienlijk getal vuurmonden uit het arsenaal van Rock-Island (Illinois) naar het Westen moest transporteeren en natuurlijk een groote hoeveelheid kruit of andere ontplofbare stof moest bezitten. Voor twee ‘kunstregens’ in het Westen maakte Powers de volgende begrooting op:
Het oprichten van 200 stukken belegeringsgeschut à f 25 |
f 5.000 |
Transportkosten per spoor à f 100 |
f 20.000 |
40.000 patronen (zonder kogels) à f 6.25 |
f 250.000 |
50 ton hooi voor proppen bij 't laden à f30. |
f 1.500 |
Electrische batterijen en geleidraad |
f 1.250 |
Arbeidsloon voor 10 man 26 dagen à f 6.25 per dag |
f 1.650 |
Arbeidsloon voor 600 man 26 dagen à f 3.75 per dag |
f 58.500 |
Huur voor grond waar de proeven worden genomen |
f 625 |
Transport terug voor het geschut |
f 20.000 |
Terugbrengen in het arsenaal |
f 5.000 |
|
_____ |
Totaal |
f 367.250 |
10% voor onvoorziene uitgaven |
f 36.725 |
|
_____ |
Totaal der kosten |
f 403.975 |
Derhalve komt één ‘kunst’ regen op te staan. |
f 201.988 |
Daar het departement voor landbouwontginning in het Westen goed ingerichte stations bezat, geloofde men, dat de kosten aanzienlijk minder zouden bedragen, en een ‘kunst’ regen, naar Powers' plan gemaakt, werd op ongeveer f 50.000 geschat. Die prijs scheen intusschen nog te hoog te zijn, en het voorstel vond bij het Congres geen instemming.
Nadat echter (1880) de generaal Daniel Ruggles te Frederichsbury (Virginië) het voorstel had gedaan in plaats van kruit ontploffingsstoffen te gebruiken, die door middel van ballons in hoogere luchtlagen zouden ontstoken worden, en nadat hij voor zulke ballons octrooi had gekregen, kwam op initiatief van den senator Farwell in 1890 de zaak in het Congres weder ter sprake, en dit stond voor het maken van voorloopige onkosten de som van f 5.000 toe. Het volgende congres (1891) trok voor verdere proeven f 17.500 uit. Zoo konden dan in den loop der maand Augustus 1891 (op den 9en, 18en en 25sten) in de nabijheid van Midland (Texas), een station der Texas Pacific-baan op de zoogenaamde Llano Estacado (ompaalde vlakte) drie proeven van eenigszins grooten aanvang worden genomen. Bij deze proeven waren tegenwoordig de generaal Robert Dyrenforth, de scheikundige Claude Rosell, de genoemde ingenieur Powers, de professoren Curtis en Ellis en andere vakmannen. Een rit van ongeveer 25 mijlen bracht hen op een zoogenaamde rancho (weideveld) van ongeveer 300.000 acres oppervlakte, waar ongeveer 15.000 stuks vee door 20 cow-boys gehoed werden.
Zij brachten 68 explosie-ballons (van 10-12 voet diameter en van 525-940 kub. voet inhoud), het materiaal voor ontwikkeling van 50.000 kub. voet waterstofgas en 20.000 kub. voet zuurstof mede, en evenzoo het benoodigde voor 100 sterke vliegers, te beplakken met geweven stof, benevens eenige duizenden kilo's Rackarock-kruit en andere explosiestoffen. Op afstanden van een halven mijl waren drie rijen elk van twee mijlen lang gevormd. In de eerste rij waren een betrekkelijk groot aantal grondbatterijen opgericht, welke met korte tusschenpoozen zware ladingen van dynamiet en Rackarock-kruit afstaken. In de tweede rij liet men op aanzienlijke hoogte aan electrische geleidraden de vermelde vliegers omhoog stijgen, aan ieder van welke een dynamiet patroon hing, welke hoog in de lucht werd afgeschoten. De derde rij werd gevormd door explosie-ballons, welke men bij tusschenpoozen zoo hoog mogelijk in de lucht liet ontploffen, om eene eigenlijke ‘luchtbeving’ te veroorzaken.
Bij de eerste proef (9 Aug.) werden de grondbatterijen gebruikt. Men liet ze 's avonds te 5 uur twee uur lang en dan nog eenigen tijd na 7 uur ‘spelen’. Het weder was schoon en droog; op den volgenden middag echter verzamelden zich wolken boven de groote rancho, en des namiddags en des avonds viel er een sterke regen, die elke laagte in de prairie in een plas veranderde.
Bij de tweede proef liet men reeds den 17 Aug. des avonds een menigte ballons ontploffen, en vuurde men daarna met de batterijen nagenoeg 12 uur lang. De volgende morgen was helder, de barometer stond hoog en het weder bleef zeer schoon tot in den namiddag. Daarop vormden zich in het oog vallend snel wolken in het Zuiden en het Westen, en er volgde een regen, die bij stroomen neerviel, 2 1/2 uur aanhield, en zich over den ganschen omtrek uitstrekte.
De derde proef werd den 25 Aug. omtrent den middag genomen. De barometer stond hoog en wees ‘very dry’ aan, hetgeen de psychrometer bevestigde. De hemel was helder, uitgezonderd een paar kleine, verstrooide cumulus-wolkjes. Zeven der grootste ballons openden het vuur tegen den hemel: twee liet men reeds op een hoogte van 1000 voet ontploffen; bij den grootsten ondertusschen waagde men zulk een nabijheid der aarde niet, maar liet hem tot 2000 à 3000 voet stijgen. Terwijl men bezig was nieuwe ballons te vullen om ze te laten ontploffen, werd met de groote