De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

Wetenswaardig Allerlei.

Sagen uit de vogel- en plantenwereld. -

Het kon niet uitblijven, of de vrome, christelijke sage moest het grootsche geheim op Golgotha hullen in een dichterlijk waas, en daaraan mythen vastknoopen, die door de godvruchtige traditie overgeleverd, tot heden nog in den volksmond voortleven.

Zoo wordt van het roodborstje verhaald, dat het zich op de doornenkroon van Christus neerzette, om met zijn kleinen snavel de doornen uit te plukken, opdat de Heiland der wereld minder smarten leed. Dat gevoel van medelijden en deernis zou het vogeltje sinds steeds bijgebleven zijn, en, waar het in een woud een menschelijk lijk ontdekt, zich beijveren, het met mos en bloemen toe te dekken. Onder de dieren worden vooral de lievelingen der menschen door de vrome mythe in den dienst des Heeren gesteld. Een Noordsche sage vermeldt den ooievaar en de zwaluw, die zich beiden bij voorkeur in de nabijheid van menschelijke woningen ophouden. Drie vogels moeten volgens haar om het kruis van Christus gevlogen hebben: de ooievaar die riep: ‘Sterk Hem!’, de zwaluw, die riep: ‘Verkoel, Hem!’ en de kievit, die riep: ‘Pijnig Hem!’ Daarom zijn de beide eerste vogels den menschen lief en dierbaar geworden, terwijl de derde een voorwerp van afkeer en vervloeking is geworden. Daarom durft hij niet vertrouwelijk de woningen der menschen naderen, maar vliegt, wanneer iemand hem nabij komt, schuw weg, als werd hij door een slecht geweten gekweld. Van den kruissnavel wordt verhaald, dat hij zich had neergezet op de dwarsbalken van het kruis en alle pogingen in het werk gesteld, om de den Wereldverlosser door de onmenschelijke beulen door handen en voeten geslagen nagels uit te trekken. Daarbij werd zijn snavel krom gebogen.

[p. 304]

Ook in de plantenwereld is de herinnering aan den Goeden Vrijdag bewaard gebleven. Dit bewijzen de namen der passiebloem, (Passiflora coerulea), der bittere kruisbloem (Polygalaamara), van den kruisdoorn (crux Christi), van den bloeddruppel (Gnaphalium sanguineum), de bekende en zinrijke legenden van den hagedoorn, den espeboom, de treurwilg, enz. Met deze namen zijn sagen saamgeweven vol dichterlijke schoonheid en fijn gevoel, zoodat de bloemenlegende der lijdensgeschiedenis van Christus met de [r]ijkste en kleurigste bloemen getooid is.

Alle hoogescholen der wereld. -

Er bestaan op het oogenblik over de geheele wereld 154 hoogescholen, waarvan wij hier het stichtingsjaar laten volgen: Bologna, 1119. Montpellier, 1180. Parijs 1200. Oxford, 1206 (1249?). Valencia, 1209 Padua, 1212. Napels, 1224 Toulouse, 1230 Salamanca, 1239 (1250?). Cambridge, 1257. Ferrara, 1264 Coïmbra, 1290. Lyon, 1300. Rome, 1303. Perugia, 1307. Pisa, 1316. Grenoble, 1339. Valladolid, 1345. Praag, 1347. Pavia, 1361. Krakau, 1364 Weenen, 1365 Heidelberg, 1386 Würzburg, 1402. Turijn, 1404. Aix, 1409. Leipzig, 1409. St Andrews 1411. Rostock, 1419. Leuven, 1426. Poitiers, 1431. Caen, 1433. Florence, 1438. Catania, 1445. Barcelona, 1450. Glasgow, 1451. Greifswald, 1456. Freiburg in Baden, 1457. Basel, 1460. Nantes, 1463. Budapest, 1465. Bordeaux, 1472. Munchen, 1472. Saragossa, 1474. Upsala, 1476. Innsbrück, 1477. Tübingen, 1477. Kopenhagen, 1478. Aberdeen. 1494. Madrid, 1498. Halle, 1502. Sevilla, 1504, Breslau, 1506. Marburg, 1527. Granada, 1531. Santiago, 1532 Lausanne, 1537 Macerata, 1540. Koningsbergen. 1544 Messina, 1548 Jena, 1558. Genève, 1559. Sassari, 1562. Besancon, 1564. Straatsburg, 1567. Braunsberg, 1568. Nancy, 1572. Leiden, 1575. Klausenburg, 1580. Oviedo, 1580. Edinburg, 1583. Graz, 1585. Kief, 1588 Dublin, 1591. Cagliari, 1603. Parma, 1606. Gieszen, 1607. Groningen, 1614 Amsterdam, 1632. Dorpat, 1632. Utrecht, 1636 Cambridge (Amerika), 1638. Helsingfors, 1640. Kiel, 1665. Lund, 1666 Urbino, 1671. New-Haven, 1701. Barbados, 1710. Camerino, 1727. Christiania, 1737. Göttingen, 1737. Erlangen, 1743. Princetown 1746. Philadelphia, 1751. Moskau, 1755 Siëna 1777. Palermo, 1779. Grootwardein, 1780 Lemberg, 1784. Munster, 1786. Kazan, 1800. Charkof, 1804. Clermont, 1808. Rennes, 1808. Berlijn, 1809. Gent, 1816 Luik, 1816 Warschau, 1816. Bonn, 1818. St.-Petersburg, 1819. Charlotteville, 1824. Sierra Leone, 1827. Toronto, 1827. Sheffield, 1827. Lampeter, 1828. Durham,1832. NewYork, 1832. Zürich, 1832, Bern, 1834. Brussel, 1834 Louden, 1836 Ann-Arbor, 1837. Athene, 1838. Belfast, 1845 Galway, 1845. Algiers, 1849. Madison, 1849. Sydney, 1850. New-Castle, 1851. Melbourne. 1853 Jassy, 1860. Boekarest, 1864. Od[e]ssa, 1865. Neufchatel, 1866. San Francisco, 1868. Ithaka, 1868. Tokio, 1868. Oberystwith, 1872. Minneapolis, 1873. Nashville, 1873. Agram, 1874. Angers, 1875. Czernowitz, 1875, Bristol, 1876. Baltimore, 1876. Stockholm, 1878. Dundel, 1880. Manchester 1880. Nottingham, 1880. Cardiff, 1883. Worcester, 1887. Sofia, 1888. Freiburg (in Zwitserland) 1889. Gothenburg 1891.

de graflegging.

Warm houden van den rug. -

De nieren zijn zeer gewichtige organen van het menschelijk lichaam en door de natuur bestemd, om steeds zooveel mogelijk warm gehouden te houden In gezonden toestand zijn ze daarom door een laag vet bedekt. Bij een verkoudheid wordt in de kleine vaatjes een stremming van den bloedsomloop teweeggebracht, waardoor het bloed zijn eiwit verliest. Het eiwit is een van de gewichtigste levens-elementen, en zorgt voor de instandhouding der lichaamskrachten. Wanneer echter het eiwit door de blaas afgescheiden wordt, is het voor het lichaam verloren en de mensch wordt zoo mager als een geraamte. Daarom is het, vooral voor menschen op jaren, van belang, den rug voortdurend warm te houden. Tusschen de schouderbladen zitten de longen, en nu weet een ieder, hoe licht een koude wind op den rug een verkoudheid ten gevolge heeft. Met den rug naar een raam of deur zitten brengt wegens den tocht, die door spleten en reten doordringt, niet zelden een kou teweeg Daarom moet de plaats tusschen de schouderbladen bij koud weer bijzonder goed beschut worden, en personen boven de 50 jaar, en zij die aan de ademhalingswerktuigen lijden, moeten bier een stuk flanel dragen, om de lichamelijke warm te binnen en de koude buiten te houden. De meeste personen, die aan de longen lijden, meenen al genoeg gedaan te hebben, wanneer zij hun borst behoorlijk verzorgen, en bedenken niet, dat het warm bouden van den rug even, zoo niet gewichtiger is.