Een Bisschop voor de rechtbank.
Op de eerste bladzijde van dit nummer vinden onze lezers het welgeslaagd portret van den moedigen aartsbisschop van Aix, die zoo krachtig optrad voor de onafhankelijkheid der kerkvorsten en de vrijheid der Fransche katholieken en die zich deswege voor den rechter te verantwoorden had.
De eerste aanleiding tot het proces was, zooals men weet, de beweging, tegen de Fransche pelgrims te Rome, plotseling uitgebroken op het gerucht als zou een hunner in het register bij Victor Emmanuels graf de woorden geschreven hebben: ‘Leve de Paus!’ Ofschoon dit feit niet is kunnen uitgemaakt worden, waren toch de pelgrims dagen lang het voorwerp van de dweepzieke mishandelingen, hun door het gepeupel aangedaan en door de Italiaansche regeering oogluikend geduld. Heel Italië door werden zij achtervolgd door de kreten: ‘Weg met de Franschen! Weg met Frankrijk! Leve Sedan!’ De Fransche regeering, in plaats van zich over die beleediging te ergeren en haar landgenooten te verdedigen, schaarde zich aan de zijde van het Italiaansche ministerie en zegde dit dank voor maatregelen, die het niet genomen had.
Tot overmaat van gedienstigheid jegens de Italiaansche onruststokers en van beleedigende onverschilligheid voor de pelgrims, richtte de minister van Eeredienst Fallières een rondschrijven aan de Fransche bisschoppen, waarin hij hun verzocht, zich met het oog op de plaats gehad hebbende ongeregeldheden voortaan van deelneming aan de pelgrimstochten te onthouden.
De uitnoodiging was volkomen overbodig, aangezien de leiders der bedevaart onmiddellijk last gegeven hadden de pelgrimstochten te staken. Bovendien was de brief vervat in bewoordingen, die allesbehalve door eerbied voor het hoogwaardig episcopaat ingegeven waren; er werd zelfs in gezegd dat de pelgrimstochten zoo licht hun godsdienstig karakter verliezen, en daardoor te verstaan gegeven dat de bedevaartgangers zelf de ongeregeldheden hadden uitgelokt, waarvan zij het slachtoffer waren.
De bisschoppen waren over het schrijven van den minister te recht verontwaardigd en Mgr. Gouthe-Soulard, de aartsbisschop van Aix, schreef daarop een antwoord, waarin het on gepaste van des ministers handelwijze duidelijk werd aangetoond.
‘Wij hadden uw uitnoodiging niet noodig,’ dus schreef onder meer de moedige prelaat, ‘noch voor het verleden noch voor de toekomst: wij weten hoe wij ons te gedragen hebben.
Het organiseerend comité heeft onmiddellijk de bedevaarten geschorst; als zij hervat worden, zal ik weten, wat ik in het belang van mijn bisdom te doen heb. Uw brief was dus onnoodig.
Gij hadt beter te doen dan u te haasten een brief te schrijven, die een treurige en hatelijke tegenstrijdigheid wordt. Die brief is op niets ernstigs gegrond; zijn eenige reden is te antwoorden op deze twee woorden: Leve de Paus!
Gij weet zelfs niet of deze twee woorden het werk van een Fransche of een vreemde hand zijn. Hoe kunt gij de Fransche pelgrims verantwoordelijk maken voor een persoonlijk en onbeteekenend feit, waarvan gij den dader niet met zekerheid kent? Zeg, zoo gij wilt, dat het een onbezonnenheid was en gij zult het met volle strengheid geoordeeld hebben.
Wij zijn vernederd door de betreurenswaardige gebeurtenissen, die in Italië en Frankrijk plaats hebben, waar de meesters geen enkele gelegenheid verzuimen om den katholieken godsdienst, welke Italië' en Frankrijk gemaakt heeft, aan te vallen en te beleedigen. De vrede is soms op uw lippen, maar haat en vervolging stralen altijd in uw handelingen door, omdat de vrijmetselarij, de oudste dochter van Satan, regeert en beveelt.’
Die welsprekende verontwaardiging heeft den toorn der regeering gewekt en de aartsbisschop werd voor het gerecht gedaagd, om zich daar te verantwoorden.
Dinsdag den 24en November 11. verscheen hij, onder een ontzaglijken toeloop van belangstellenden, voor het hof van appèl der Seine en verdedigde daar met groote klem zijn rechtvaardige zaak door het voorlezen eener verklaring, waarin hij de heele toedracht der feiten uiteenzette en zijn recht, ja zijn plicht aantoonde om te doen wat hij gedaan had.
‘Ik ben beschuldigd,’ dus besloot hij, ‘omdat ik mijn godsdienst heb verdedigd, die gehoond werd in zijn hoogsten vertegenwoordiger door den kreet: ‘Weg met den Paus!’ Ik ben beschuldigd omdat ik mijn land heb verdedigd, dat gehoond werd in mijn diocesanen, mijn vrienden en landgenooten door de kreten: ‘Leve Sedan! dood aan de Franschen!’
Mijn taal, die men wraakt, heeft mij reeds de instemming verworven van het episcopaat en ontelbare bewijzen van achting, genegenheid en dankbaarheid, die mij van alle zijden zijn toegekomen, maar vooral van onze zeer edele natie, gelijk Leo XIII ze noemt, die natie, welke altijd antwoordt, als men spreekt tot de natuurlijk christelijke en vaderlandlievende gevoelens harer groote ziel....’
Na een requisitoir vol vergezochte spitsvondigheden, waarin de procureur-generaaal Quesnay de Beaurepaire zich als verdediger der belangen van de Kerk en Frankrijk opwierp tegenover den waardigen aartsbisschop en dezen zelfs evangelische raadgevingen verleende, volgde een meesterlijke verdediging van den advocaat Boissard, die met warme welsprekendheid de zaak van zijn hoogen cliënt en tevens die der Fransche pelgrims verdedigde.
‘In naam van Mgr. den aartsbisschop van Aix,’ dus besloot hij, ‘vraag ik u niets. Doet met hem wat gij wilt. Hij is zich bewust, zijn plicht te hebben gedaan. Achter hem staan al de bisschoppen, al de katholieken van Frankrijk, al de vaderlanders. Ik weet niet of het in uw macht zou zijn hem grooter te maken, maar in elk geval zult ge hem niet kunnen verkleinen. In naam van den eerbeid, dien ik altijd de magistratuur heb toegedragen, vraag ik u, heeren, niet een lang overwogen uitspraak te geven, maar een uitspraak van geestdrift, zooals de jury ze zou uitgesproken hebbén. Uw uitspraak zal beteekenen: De Fransche vlag was te Rome met voeten getreden, Mgr. Gouthe-Soulard heeft ze opgebeurd en ze fier oprichtende in het gezicht dergenen, die ze niet weten te verdedigen, heeft hij tot beiden gezegd: “Eert de vlag van Frankrijk!” Ziedaar het vonnis, dat in het hart van alle vaderlanders geschreven staat.’
Na twee en een half uur beraadslagens veroordeelde echter het gerechtshof den aartsbisschop tot een geldboete van 3000 franks. Die boete was nog denzelfden dag door vrijwillige giften, die ze verre overtroffen, schitterend gedekt. Den veroordeelden aartsbisschop wachtte buiten het gebouw een warme hulde, die zich in luide kreten van: ‘Leve Monseigneur! leve de veroordeelde!’ uitte. In plaats van hem te vernederen door het rechterlijk vonnis heeft de regeering met haar kleingeestige vervolging niet anders verkregen dan hem tot den meest geachten, gevierden en beminden prelaat van Frankrijk te maken.
Het beeld van den moedigen aartsbisschop mocht in onze Illustiatie niet ontbreken; voegen wij daaraan enkele korte bijzonderheden omtrent zijn leven toe. Mgr. Gouthe-Soulard is den 1en September 1820 te St. Jean la Vêtre in het departement der Loire geboren. Kort na zijn priesterwijding werd hij benoemd tot professor in de wijsbegeerte te Minimes en vervolgens tot pastoor der kerk van den H. Vincentius à Paulo te Lyon.
In 1871 maakte de toenmalige aartsbisschop van Lyon hem tot zijn vicaris-generaal, doch zijn opvolger gaf den abbé Gouthe-Soulard aan de zielzorg terug door hem tot pastoor te benoemen van St. Pierre de Vaise. Deze parochie, die de arbeiderswijken van Lyon omvat, is een van de gewichtigste der stad en de nieuwe pastoor verwierf zich daar weldra een populariteit van de beste soort.
Eenige jaren na zijn benoeming te St. Pierre de Vaise, was er sprake van den abbé Gouthe-Soulard voor het bisdom Amiens. De benoeming had niet plaats, maar den 2en Maart 1886 werd hij rechtstreeks tot aartsbisschop van Aix verheven. Sinds meer dan een halve eeuw was het in Frankrijk niet gezien, dat aldus een eenvoudig priester eensklaps aartsbisschop werd zonder eerst bisschop geweest te zijn.
Mgr. Gouthe-Soulard werd den 10en Juni gepreconiseerd en den 25en Juli daaraanvolgende te Lyon bisschop gewijd. Hij is een der merkwaardigste persoonlijkheden van het Fransche episcopaat, hetgeen niets afdoet aan de beminnelijkheid zijner manieren en den eenvoud zijner levenswijze. Hij is zeer bemind bij zijn suffragaan-bisschoppen, onder welke er een met algemeene instemming hem eenmaal den ‘eersten pastoor van Aix’ noemde.