De oudstrijders van Napoleon. -
Iets droomerigs en weemoedigs ook, hoewel van heel anderen aard, ligt er over de treffende schilderij, waarnaar onze laatste plaat vervaardigd is.
Is van al de glorie des grooten keizers, van wiens schitterende overwinningen die bronzen zuil getuigt, eigenlijk wel iets meer over dan een droom? Zoolang er nog oudstrijders in leven zijn, die onder zijn zegevierende vanen hebben gediend en hun keizer maar niet vergeten kunnen, zal ongetwijfeld zijn nagedachtenis onder het volk blijven voortleven. Zij strompelen nog ieder jaar naar den voet der zuil, gegoten uit het brons van kanonnen, op alle slagvelden buitgemaakt, en bedekken de treden van het monument met hun bloemkransen. De schilder heeft de gevoelens, die hen op den herinneringsdag bezielen, aangrijpend weergegeven. Hij doet ze spreken in de aandrift van den afgeleefden grijsaard opkrukken, die tòch nog met zijn krans komt aandragen, in de ontroering der anderen, die van aandoening overstelpt op de knieën zinken, in de levendige gebaren dergenen, die, wat krasser nog, van het roemrijk verleden ophalen, en in den stillen weemoed van den oude, die sprakeloos van aandoening de gedenkzuil verlaat, leunend op zijn zoon, welke op zijn beurt de wapenen draagt voor het vaderland. Maar wat er in het gemoed dier oudstrijders omgaat, is toch niets meer dan een droom, enkel levend in hun herinnering, onbegrepen bijna door de buitenwereld. Wie toch neemt er notitie van die ontboezeming der oudstrijders? Een paar kinderen, met de handen in den zak, slaan verwonderd het tooneel gade.
de oudstrijders van napoleon i, naar de schilderij van m. orange.
De Napoleontische legende sterft uit met de laatste oudstrijders. Wie het graf van den geweldigen wereldveroveraar onder den koepel van het Hotel des Invalides bezoekt en onder de oudgedienden, die daar rondstrompelen, naar een oudstrijder van Napoleon zoekt, zal tevergeefs rondzien. Toen ten minste schrijver dezes in '89 den veteranen naar de mannen van Napoleon vroeg, kreeg hij van een witten snorrebaard weemoedig ten antwoord: ‘Ils sont partis.’
Ze zijn heengegaan, en met hen vergaat allengs heel de glorie van het roemruchtige keizerrijk. Nog een paar geslachten verder, en de overlevering zal geheel verdwenen zijn; de geschiedenis van Napoleon zal nog alleen kunnen geleerd worden uit de boeken. Sic transit gloria mundi.