De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8
(1891-1892)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
Een lach en een traan.Gelijk trekt ter dorpskerke tweeërlei stoet:
De een brengt er een lijkje, waar, innig beklaagd,
Het harte van vlijmenden weedom doorknaagd,
Een vrouw achter voortschrijdt met wankelen voet;
En de ander een kindje ten doop, dat zijn zoet
Gemurmel doet hooren op d'arm, die het draagt,
Of 't kraaiend de moeder om lafenis vraagt,
Wier stralende blik dat jong leven begroet.Ga naar voetnootI)
Hier doopt, daar beaardt men, en 't kerkje stroomt leeg.
Bij d'uitgang ontmoeten de moeders elkaar,
Zij wisslen een oogslag en wenden 't gezicht.
Wat wonderen omkeer 't gebed brengt teweeg! -
Die juichte van vreugd, pinkt een traan bij de baar,
En zij, die straks weende, ze lacht tegen 't wicht!
J.R. van der Lans.
Naar Joséphin Soulary. |
|