Verbetering van drinkwater. -
Nog voor vijf en twintig jaren meenden zelfs de geneesheeren, dat slecht drinkwater eenvoudig mot een scheutje overmangaanzure kali en derg elijke zelfstandigheden goed te maken is; algemeen toch heerschte de meening dat de toenmaals nog onbekende ziekteverwekkers van een uiterst teer gestel waren. Tegenwoordig weten wij, dat die ziekteverwekkers, de bacteriën namelijk, juist bijzonder taai van leven zijn, en dat, wilde men ze dooden, het water zoodanig met scheikundige oplossingen verzadigd zou moeten worden, dat ook de mensch, die er van drinken mocht, in vele gevallen vergeven zou worden.
De geneeskunst heeft haar dwaling ruiterlijk erkend, maar onder het volk zijn nog een menigte van die huismiddeltjes tot verbetering van het water in zwang gebleven. Men doet er een scheutje rooden wijn, cognac, vruchtensap of iets dergelijks bij en meent daarmee de verderfelijke werking van het slechte water weggenomen te hebben. Dat is intusschen volstrekt niet het geval. Alleen de smaak van het water is verbeterd. Ook het filtreeren helpt niets, want de meeste filters, die in den handel voorkomen, laten de bacteriën eenvoudig mee doorsijpelen. Er is maar één vertrouwbaar middel, om slecht drinkwater onschadelijk te maken: men moet het water koken. De hitte doodt de bacteriën; maar dan moet het water werkelijk en geruimen tijd, een half uur zoo wat, gekookt hebben. Nu is echter gekookt water niet bijzonder smakelijk, en daarom kan men den smaak met de bovengenoemde middeltjes verbeteren.
Tot verbetering van drinkwater geeft de Duitsche professor Rosenthal het volgende recept: ‘Gedroogde vruchten, het best gedroogde perenscheefjes (ongeveer 50 gram op een liter) worden in het water volkomen lijn gekookt, tot er volstrekt niets meer van over is. Dan laat men het water door een fijne haarzeef of een linnen doek zijgen en in gesloten vaten afkoelen. Het heldere, licht geel gekleurde water wordt dan als gewone drank gebruikt. Wanneer men het vóór het gebruik een poosje in de ijskast kan zetten, smaakt het bepaald goed. In vele gezinnen is dit reeds ingevoerd; jong en oud drinkt het graag en geeft het de voorkeur boven dikwijls twijfelachtig welwater.’