Bij de Platen.
Krijgsraad bij Frederik den Groote. -
Klaarblijkelijk is het te doen om het vaststellen van een algemeen veldtochtplan, en de koning luistert met bedaarde oplettendheid naar de voorslagen van graaf Schwerin, die met den vinger der linkerhand op de kaart wijzend, zijn meening blootlegt. Ook de overige generaals hooren met oplettendheid de uiteenzetting van den spreker aan en, naar het schijnt, komt hetgeen hij aanvoert, hun over het algemeen heel verstandig voor. Links herkennen wij, in zijn stoel achterovergeleund, de karakteristieke figuur van den ouden Ziethen, aan wiens rechterhand veldmaarschalk Keith zit. Links van Ziethen volgen de beroemde aanvoerder der ruiterij Seydlitz en, op den achtergrond, prins Ferdinand van Brunswijk. Onder de overigen moeten wij nog de gespierde gestalte van generaal Winterfeld vermelden, die met den rug naar hetvensterstaande, met de linkerhand op een sierlijk rococo-tafeltje rust.
Als Frederik bij een zijner generaals tegenspraak vond, kon hij wel eens driftig opstuiven, maar hij liet zich door de goede uitkomst toch weer gemakkelijk verzoenen. Toen bij het begin van den slag van Zorndorf tegen de Russen de Pruisische linkervleugel erg in het nauw geraakte, zond de koning aan Seydlitz bevel, onmiddellijk met zijn ruiterij op te rukken. Maar Seydlitz achtte het oogenblik daartoe niet gekomen en wachtte dit rustig af. De koning werd ongeduldig en liet den generaal zeggen, dat hij na den slag met zijn hoofd rekenschap zou hebben te geven.
Seydlitz echter bleef en liet terug boodschappen: ‘Na den slag staat mijn hoofd ten dienste des konings!’
Eindelijk achtte hij het juiste oogenklik gekomen en rukte met zijn escadrons op; in een ommezien had hij de vijandelijke ruiterij en kort daarop ook het voetvolk uiteengeworpen, om vervolgens ook den Pruisischen rechtervleugel hulp toe te brengen. Des avonds na den slag, toen Seydlitz de tent des konings binnentrad, viel deze hem om den hals en zeide: ‘Ook deze overwinning heb ik hem te danken.’ De aanvankelijke ongezeglijkheid van zijn trouwen generaal had hij glad vergeten.
de eerste soep, naar de schilderij van b. genzmer.