Bij de besteedster.
Het kan zijn dat de ontwikkeling der dagbladpers, die in hare aankondigingen den weg aanbiedt zoo voor het aanbieden als het vragen van diensten, het beroep van ‘besteedster’ ernstige afbreuk heeft gedaan. Ten minste men verneemt er tegenwoordig zooveel niet meer van als voor een twintigtal jaren, toen die makelaressen in dienstpersoneel eene gewichtige rol speelden in de geordende samenleving. Toen moest een dienstmeisje, dat buiten betrekking was geraakt, bijna onvermijdelijk haren toevlucht nemen tot de ‘besteedster’ om aan een nieuwen dienst te komen, en mevrouwen, die nog al eens van verwisseling in het keukenpersoneel hielden, wisten op hunne beurt bij de besteedster steeds ruime keuze te vinden ter bevrediging hunner wispelturigheid. Tegenwoordig, nu in de keuken de gazet zoo goed geraadpleegd wordt als op het kantoor van mijnheer of in het boudoir van mevrouw, kan de vroeger onvermijdelijke tusschenpersoon gevoeglijk gemist worden.
De schilderij van den Duitschen kunstenaar J. Gisela verplaatst ons op het makelaarskantoor van zoo'n ouderwetsche besteedster. Natuurlijk is het eene bejaarde gebrilde juffrouw, met genoeg waardigheid om achting af te dwingen, genoeg vriendelijkheid om het vertrouwen van jonge dienstmeisjes te winnen en een bewonderenswaardigen tact om zoowel met mijnheeren en mevrouwen als met keukenmeiden en kinderjuffrouwen over hunne uiteenloopende belangen, wenschen en grieven te spreken. Zie maar hoe schrander en beleefd zij den ouden heer te woord staat, zorgvuldig nota nemend van zijne inlichtingen en zijne aanwijzingen. Straks zal zij heel vertrouwelijk praten, met de twee juffrouwen, die misschien in het belang van eene dochter of zuster hare bemiddeling inroepen; en met de drie dienstmeisjes, die op den achtergrond wachten, weet zij zoo moederlijk om te gaan, dat ze haar met de innigste erkentelijkheid voor hare bemoeiingen den pas ontvangen ‘godspenning’ zullen offeren. In afwachting van hunne beurt houden de meisjes zich onledig met een breiwerk of met het wederkeerig monsteren der getuigschriften, nu en dan een zijdelingschen blik vol ontzag vestigend op de ziel van heel deze ingewikkelde zaak van vert rouwen, de oude en ervarene besteedster.