De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6

Dichtbloemen uit den Vreemde.
Langs de deuren.
(Naar Fr. Rücker.)

Ik klopte aan Rijkdoms weidsche poort;
Men zond mij met een' penning voort.

'k Vroeg aan de deur der Min gehoor;
Ik vond er vijftien and'ren voor.

Ik klopte aan het paleis der Eer;
Men vroeg naar afkomst, stand en meer.

'k Zag naar het huis van d'Arbeid rond;
't Was luid geklag, wat ik er vond.

Ik vroeg naar 't huis: Tevredenheid;
Maar wacht nog op mijn vraag 't bescheid.

'k Weet nog een huisje, ned'rig, stil,
Waar ik voor 't laatst nog kloppen wil.

Hier wees men nimmer iemand af,
Zoo velen rusten reeds in 't graf.