Het afgebrande paleis te Laeken.
De eerste dag van het jaar 1890 was voor ons koningspaar al zeer noodlottig. Terwijl de koning en de koningin te Brussel het gewone nieuwjaarsverhoor verleenden, en behalve prinses Clementina, hare drie-en-zestigjarige gouvernante en enkele bedienden, niemand in het paleis te Laeken was achtergebleven, ging dit geliefkoosde koninklijke lustverblijf met al wat het bevatte in vlammen op. Vroeg in den middag had de schouw van een der keldervertrekken, waar water gekookt werd, vuur gevat; de vlammen hadden spoedig het heele gebouw aangetast en slechts door eene spoedige vlucht was de prinses kunnen ontkomen, terwijl de oude gouvernante, die tot het redden van eenige kostbaarheden in het brandende gebouw teruggegaan was, door den rook was verstikt en hare verkoolde overblijfselen eerst later onder de puinhoopen werden teruggevonden.
Ten spijt der pogingen van het Brusselsche pompierskorps, woedde de brand voort, tot het paleis slechts één ontzaglijk gloeiend fornuis scheen. Uren lang zetten de vlammen hun vernielingswerk voort, zoodat schier de geheele boekerij, vele schilderijen van groote meesters en andere kostbaarheden reddeloos verloren gingen. Ook het archief met de briefwisseling van Leopold I werd vernietigd en smartelijk vooral trof de koningin het verlies van al de gedachtenissen harer kinderen.
Het slot te Laeken, dat juist 106 jaar oud was, had eene zeer belangwekkende geschiedenis. In de jaren 1782-84 door den beroemden Brusselschen bouwmeester Montoye voor den toenmaligen landvoogd hertog Albert van Saksen-Teschen gebouwd, diende het aanvankelijk dezen tot verblijf. Al spoedig verjoeg hem echter de revolutie, en schoon hij nog eenmaal op het slot terugkeerde, werd hij echter door de overwinnaars van Jemappes voorgoed uit zijne residentie verdreven. Later kwam het kasteel aan hertog Karel van Oostenrijk, die er echter ook slechts kort vertoefde. In 1794 werd Laeken door de Franschen gesequestreerd en spoedig daarop aan een rijk Brusselsch geneesheer verkocht. Van dezen kocht het Napoleon I voor de som van 4.791.408 franks, en de keizer schonk het aan zijne eerste gemalin Josephine: maar het lot scheen te willen dat het nooit lang in dezelfde hand zou blijven. Keizerin Josephine werd verstooten en in hare plaats verkreeg nu hare opvolgster Maria Louise van Oostenrijk het paleis, waar zij de jaren 1811 en 12 dikwijls verblijf hield. Napoleon zelf logeerde er herhaaldelijk en aan de tafel, die uit de brandende Maarschalkszaal werd gered, onderteekende hij de oorlogsverklaring van Rusland.
Met het lot van zijn keizerlijken gebieder wisselde ook dat van het kasteel te Laeken. De loop der gebeurtenissen stelde het ten jare 1814 in handen van koning Willem I; doch de omwenteling van 1830 ontrukte het hem weer en wees het toe aan koning Leopold I.
Thans ging het paleis van Laeken eene schitterende toekomst te gemoet; het werd verfraaid, vergroot, verrijkt en met prachtige tuinen omringd. Perken rododendrons, taxisheggen, groepen azalea's, tamarisken-boschjes met hun fijn gevederd gebladerte maakten de omgeving tot een lusthof, terwijl een keur van kunstschatten de zalen sierde.
Hoevele vorsten heeft het kasteel van Laeken sedert als gast binnen zijne muren gezien! De tegenwoordige Paus Leo XIII was, toen hij nuntius te Brussel was, hier herhaaldelijk de gast van Leopold I en heeft den tegenwoordigen koning menigmaal als kind op zijne knie laten rijden. Zoovele herinneringen waren bovendien aan dat kasteel verbonden! Zooals bij voorbeeld de kamer van de moeder des konings, onze zeer beminde koningin Maria Louise van Orleans, waarin na den dood dier vorstin niets veranderd was, en de kamer, waarin de tegenwoordige koning geboren werd. Sedert jaren ook was het vertrek van den overleden kroonprins, den eenigen zoon van het Belgisch koningspaar, onaangeroerd gebleven. Het speelgoed, de boeken van het kind, zijne kleeren, alles was gebleven zooals de prins het bij zijn dood had achtergelaten. En dit alles is nu, tot onuitsprekelijk verdriet zijner moeder, verbrand. Ook de kamers, die door de schoonzoons der koninklijke familie, prins Philips van Coburg en aartshertog Rudolf van Oostenrijk, bewoond werden, zijn geheel uitgebrand. De prachtige, reusachtige palmenbroeikas, waarin de verloving van den ongelukkigen vorst met prinses Stephanie werd gevierd, is door het vuur gespaard.
De laatste maal, dat er eene diplomatieke ontvangst op het historische kasteel werd gehouden, was bij gelegenheid van de Afrika-conferentie. Ter eere van vreemde diplomaten werd er toen in de prachtig versierde serres een schitterend feest gegeven Wie had toen kunnen denken, dat binnen weinige weken heel dat luisterrijk paleis een puinhoop zou zijn!