Gezondheidsleer.
Hoe wij moeten bouwen.
Als de architect u zijn bouwplan voorlegt, dan zult ge, tien tegen een, terstond uwe aandacht vestigen op het uiterlijk, op het front. Hoe meer krullen en lijsten daarop prijken, hoe fraaier het u zal toeschijnen. Ik wil nu volstrekt niet met u twisten over uwen smaak. Zoo ergens dan zijn de smaken op het gebied der bouwkunst zeer verschillend. Terwijl wij u de kunsteischen bij de keuze uwer woning niet betwisten, zoo moeten wij u echter doen opmerken, dat deze niet noodzakelijk de keuze moeten bepalen, maar wel de eischen der gezondheidsleer. En om ons nu tot de inrichting te bepalen, zoo doe ik weder de stoute bewering, dat ge op het grondplan het eerst zult onderzoeken, waar en hoe groot uw salon is. Gij zult nauwkeurig nagaan hoeveel oppervlakte en hoogte, hoeveel ramen die zal hebben en of hij aangenaam is gelegen. Gij legt hierdoor zeker veel zorg aan den dag voor uwe meubels en gasten, maar vergeet, dat er nog andere ruimten zijn, die in uw belang oplettender zorg vereischen. Om nu in éénen adem reeds vier te noemen, zoo herinneren wij slechts aan uw woon- en slaapvertrek, aan uwe keuken en privaat. Wij kennen eene menigte ‘heerenhuizen’ van ouderen en jongeren datum, waarin de woonkamer door hare ondoelmatige ligging eene bron van overlast en ziekte der bewoners is. Zoo vindt men er, die op het noorden zijn gelegen boven de keuken. Het is daar dan ook altijd kil, want nooit dringt er eene zonnestraal binnen. Bovendien heeft men altijd last van de geurige uitwasemingen der spijzen. Neen, dan is het beter, om de woonkamer naar de eerste verdieping te laten verleggen, met de ramen naar het oosten, opdat de vriendelijke morgenzon u bij het binnentreden verwelkome, uw gemoed tot blijden zin en uw hoofd tot werkzaamheid stemme. Maar zorg dan ook, dat ze zoover mogelijk van de keuken verwijderd zij, opdat de geuren daaruit opstijgende het vertrek niet vervullen vóór den etenstijd. Zorg ook dat het heldere
daglicht en de frissche morgenkoelte er kunnen binnentreden. Laat de ramen, van de zoldering tot laag bij den vloer, alle hoeken van het vertrek kunnen verlichten. Zorg daarom, dat ze over hunne geheele lengte kunnen openslaan of dat de beide einden op- en nederwaarts kunnen schuiven, opdat in den kortst mogelijken tijd de lucht van het geheele vertrek vernieuwd kan worden. Weer zooveel mogelijk dichtgeweven gordijnen daarvan, of zoo gij meent ze niet te kunnen ontberen, laat ze dan in 's Hemelsnaam wijd opengeschoven. Mochten uwe tapijten en meubels door het sterke daglicht wat verbleeken, de blos die uw kroost er door op de wangen krijgt, zij u rijkelijke vergoeding voor dat tanen der meubels. Ruim, vierkant en van flinke hoogte zij voorts dat vertrek, opdat het verblijf aldaar u steeds herinnere aan de drie wachtwoorden der gezondheidsleer: lucht, licht en leven. Denk aan het Italiaansche spreekwoord: ‘waar de zon niet binnentreedt, komt de dokter.’ De luchtverversching geschiede 's zomers door het gestadig openzetten van een of meer ramen, en 's winters door het levendig vuur van den haardkachel. En als dan 's avonds de lamp helder brandt en de waterketel zijn gegons laat hooren, is het zoo prettig daar te toeven, omringd van het lieve kroost, dat speelt of werkt en het leven tot een Eden maakt.
Maar dan is de zorg voor uwe slaapkamers een tweede eisch voor de gezondheid van uw gezin. Ook deze moeten bij voorkeur op het westen of oosten zijn gelegen en op eene bovenverdieping verwijderd van het straatrumoer, flink van hoogte en goed verlicht. Spaar daar geene gemakken, maar vermijd schadelijke weelde. Ruime ledekanten, liefst zonder gordijnen, of zoo ge dat wat naakt vindt, kies dan lichtgekleurde, van dunne stof en neem de einden in ‘embrasses’ op, zoodat de lucht van alle kanten daar kan toetreden. Plaats de ledekanten slechts met de hoofdeinden langs, niet tegen den muur, opdat men er aan alle zijden kan bijkomen. De vloer moet niet met een wollen kleed, maar met zeildoek belegd worden, opdat dit een paar malen, in de week met schoon water verfrischt kan worden. Zorg, dat de frissche buitenlucht snel door het vertrek kan stroomen. Richt daarom de ramen daarvan evenzoo in, als van uwe woonkamer. Maar zorg, dat ook 's nachts de luchtwisseling niet belemmerd zij. Houdt daarom den schoorsteen altijd open en als ge 't maar even kunt verdragen ook de deur. Indien gij ramen hebt, die van boven naar beneden kunnen schuiven, hindert het niet, dat ze 's nachts op een kier staan, als het gordijn er voor hangt. Maar bovenal tracht in het luchtbederf tegemoet te komen door het slaapvertrek zoo min mogelijk met slapers te overvullen. In eene ruimte van 80 kubieke meters mogen niet meer dan twee personen slapen. Alle onreinheden moeten daaruit zoo spoedig mogelijk verwijderd worden. Dadelijk na het verlaten van het bed moet dit gelucht worden vóór het open raam, opdat met de frissche lucht ook het zonlicht daarop kan schijnen, want de zonnestraal zuivert het best elke onreinheid. Neem deze regels vooral in acht voor de slaapvertrekken uwer kinderen, want weet, dat de slaap dient tot versterking van het lichaam en het kind put uit den slaap dubbele versterking; zijn slaap is diep en vast en duurt langer dan van den volwassene. De tien
uren van de vierentwintig, die het dus aan den slaap wijdt, moet het kunnen doorbrengen in eene ruimte, waar zijn bloed niet vergiftigd, maar verfrischt wordt. Bedenk, dat het van de veertien overigen minstens de helft in eene bedorven lucht van de school leeft, om nu niet te spreken van andere ruimten met even bedorven lucht, waar een kind eigenlijk nooit moest komen.
Vestig vervolgens uwe aandacht weer op den aanleg van de keuken. In vroegeren tijd werd aan de plaatsing van dit gewichtige onderdeel van het huis weinig of geene aandacht geschonken. Het was genoeg als men daarvoor de eene of andere ruimte in den grond kon vinden, natuurlijk dicht bij den kelder. Of hij laag van verdieping, bekrompen of spaarzaam verlicht was, dicht bij het privaat of dit daarin stond, waren zaken van mindere beteekenis. En toch werd de keuken destijds niet enkel als kookplaats, maar tevens als duurzaam verblijf van de meiden gebezigd. Die meiden leden dan ook aan al de gebreken van de overige kelderbewoners. Ze waren altijd in eene vochtige omgeving: hier van den steenen vloer, daar van de uitwasemingen der spijzen en wasch. Wilden zij die overmatige hitte verdrijven, dan stonden ze aan hevigen tocht bloot. Tandpijn en rheumatiek waren dan ook de gewone klachten van het dienstpersoneel aldaar gehuisvest, want ook 's nachts sliep het daar in vochtige bedsteden, vervuld met de uitwasemingen van het keukenbedrijf. Later heeft men ze 's nachts naar de zolders verplaatst, schutte eene ruimte van een paar meters in het vierkant voor meidenkamer af, timmerde daar eene bedstede en liet ze zoo naast den natten wasch onder de ijzige of brandend heete dakpannen van de vermoeienissen des daags uitrusten.
Thans is daarin wel eenige verbetering gekomen bij den aanleg van de huizen der voornamen; maar de huizen ‘op speculatie’ gebouwd, waarbij meer gelet wordt op hooge rente, dan op de gezondheid der bewoners, laten in dit opzicht nog veel te wenschen over. De keuken wordt daar verdrongen naar een verloren hoek van het terrein, zonder zich te bekommeren over hare eigenlijke bestemming.
De keuken moet bij voorkeur op het noorden zijn gelegen, liefst met den vloer gelijk aan den beganen grond. Die vloer moet uit droge en goed ineengevoegde planken zijn samengesteld. Zij moet goed verlicht en goed gelucht kunnen worden. Daarom moet zij eene behoorlijke hoogte hebben. De waterafvoer moet doelmatig aangebracht zijn. Zinkputten en straatgoten mogen evenmin als privaten in hare onmiddellijke nabijheid zich bevinden. Ook de provisiekasten mogen daarin niet aanwezig zijn. De schoorsteen moet zoo ingericht wezen, dat rook en damp daarin snel kunnen optrekken. Wenschelijk is het aan de kookkeuken eene ‘bijkeuken,’ om te zitten en het droge werk te verrichten, te verbinden. Zulk eene inrichting is niet alleen in het belang van de menschen, die daar toeven, maar ook in het belang van de deugdelijkheid uwer spijzen noodig. In eene bekrompen, vochtige, overhitte keuken, vol van allerlei gassen, bederven de spijzen, in rauwen en toebereiden toestand, veel spoediger, dan in eene frissche, ruime, heldere. Deze kan op den duur ook reiner worden gehouden dan eene gebrekkig ingerichte. De dampen slaan met het stof tegen de wanden en balken en verwekken daar schimmelvorming, die zich op het voedsel overplant.
Om de bedorven lucht onzer woningen te zuiveren moet men van buiten veel lucht aan voeren, in navolging van de luchtwisseling in onze longen, omdat de bedorven niet geheel uitgewisseld, maar de frissche lucht van lieverlede daarbij gemengd wordt. Men zorge echter, dat die buitenlucht zuiver, werkelijk goed is. 't Is vreemd, dat zulk eene eenvoudige les. zoo vaak herhaald, nog zoo weinig begrepen schijnt te zijn.