Wijsgeerige gedachten.
Elke prinses is een bloeiende tak, dien de vorstelijke verloofde niet om de vruchten wegneemt en naar huis draagt, maar om den bijenzwerm van land en volken, die zich daaraan vasthecht.
Voor het oog der ziel bezit het blauw des hemels dat wat het groen der aarde voor het lichamelijk oog heeft, namelijk: eene innerlijk versterkende kracht.
Geen land wordt rijk en machtig - veeleer het tegendeel - door hetgeen er van buiten inkomt, maar slechts door alles, wat het uit zich zelve voorbrengt en aankweekt. De gezonde, dichte boom draag jaarlijks zijne bloesems, die zoowel honig als vruchten geven; maar de boom, in welken bijen hunnen honig leggen, is hol en slecht en draagt weldra zelf geen kelk met honig meer.
De onzedelijkheid eindigt als de maalstroom, welke zijnen kolk ten laatste zoo groot maakt, dat hij zelf moet oddergaan.
De droom verplaatst ons, altijd in de jeugd; - en geheel natuurlijk, dewijl de engel der jeugd de diepste voetstappen nalaat in de rotsen der herinnering, en over het algemeen een lang verleden zich door gedurige herinnering al dieper en dieper in den geest vestigt.
De gebreken der vrouwen ontstaan dikwijls uit overmaat van liefde, en die der mannen uit gebrek daaraan - uit egoïsmus.
Als de reuk tot den smaak, staat de herinnering tot het tegenwoordige.
De vooruitgang van het menschelijke geslacht is der bedevaart van sommige pelgrims gelijk, die naar Jeruzalen trekken en telkens, na drie schreden voorwaarts gedaan te hebben, weder eene terug doen.
Er is geen kunstwerk, hetwelk het genie en den smaak eener vrouw meer tot eere strekt dan hare dochters.
Die de gebreken van zijne gedachten in eene donkere spraak hult, volgt den waard na, die gaarne troebel bier in een ondoorschijnend glas geeft.