Jacht op tortelduiven in Zuid-Frankrijk.
Op het eerste gezicht zou men meenen, als men een blik op bijgaand plaat e werpt, eene gewone vinkebaan voor zich te zien. Maar de echte vinkers, die juist weten hoe het net moet gesteld worden en de vogels aan de vlucht alleen herkennen, zouden aan tal van kleinigheden aanstonds merken, dat we hier met eene geheel andere vogeljacht te doen hebben, al komt ze ook in hoofdzaak op hetzelfde neer.
Eene kleine hut is opgesteld, waar binnen zich de jager verbergt, terwijl verschillende openingen hem gelegenheid geven de vlucht der vogels te bespieden. Vóór hem heeft hij eene open ruimte en plat op den grond zijn de netten uitgespannen, terwijl een paar fraaie blinde tortels als lokvogels dienst doen. In een kooitje zit eene andere jonge tortel, die niet blind, maar gekortwiekt en uitgehongerd is. Rondom dat kooitje zijn wat graankorrels gestrooid en door middel van een koordeken kan het deurtje der kooi van uit de hut geopend worden. Bovendien heeft de jager nog een stuk of vier vijf blinde tortels aan koordekens, die hij, naar hij het noodig oordeelt, kan laten opvliegen.
Daar merkt hij boven het nabijgelegen boschje eene vlucht van acht of tien tortels. Onmiddellijk zendt hij eene zijner gevangene tortels uit, die opvliegt en bij het net neerstrijkt; eene tweede wordt uitgezonden en maakt dezelfde beweging. Maar de vlucht wilde vogels laat zich zoo gemakkelijk niet vangen. Op de boomen in de nabijheid neergestreken, rekken zij de halzen uit, en zien de zaak eens oplettend af. Nu is het oogenblik gekomen, om de gevangene tortel uit het kooitje te laten; het uitgehongerde beestje gaat aanstonds aan het pikken. Dat trekt de aandacht der wilde tortels; één voor één strijken ook zij op het net neer, om op hunne beurt aan de uitgestrooide graankorreltjes te komen eten. Daar slaat de jager eensklaps door middel van een krachtigen ruk aan het touw zijn net dicht, en de arme beestjes zijn gevangen.
Maar niet altijd zijn de tortels zoo goed gestemd; somtijds vliegen zij door, zonder zich te bekommeren om de pogingen, die in het werk gesteld worden om hen op te houden; een ander maal strijken slechts enkele vogels wantrouwig neer om bij het minste geritsel op te vliegen. Dikwijls doet ook een sperwer een heelen slag mislukken. Ook is het wel eens gebeurd dat het heele net bedekt was met vogels, en dat, als de jager het dichtsloeg, de gevangenen door de gezamenlijke inspanning hunner krachten het net oplichtten, zoodat allen ontkwamen, met uitzondering van een paar ongelukkigen, die door de stokken van het net gedood waren.
Deze jacht wordt aan de kust van Zuid-Frankrijk druk uitgeoefend. Van den 1en Augustus tot den 20en September trekken de jagers 's morgens om vier ure uit en vangen soms een aanmerkelijk aantal dezer fraaie vogels, die dan in kooien gehouden en gemest worden om ze naar gelang der aanvraag te verkoopen.