leeuw indrijven. In den oorlog streden zij, even als de Egyptische Pharao's, op strijdwagens met pijl en boog; ook de overige bevelhebbers van hoogeren rang volgden - gelijk we reeds met een enkel woord meedeelden, - dit voorbeeld van hun gebieder.
Buitendien speelden deze strijdwagens eene belangrijke rol in het leger der Assyriërs. Zij bezaten geheele afdeelingen van krijgslieden, die alleen op strijdwagens vochten; gewoonlijk waren op zulk een met drie paarden bespannen wagen drie mannen geplaatst: de wagenmenner, een boogschutter en een schilddrager.
***
Andere afbeeldingen weer geven ons de koningen te aanschouwen, in het midden van hun kamp op een hoogen troon gezeten, terwijl de soldaten gehuisvest zijn in ruime tenten, waarin zij tusschen steenen een vuur aangelegd hebben. om hunne spijzen te koken. Elders zien wij het leger der Assyriërs eene rivier oversteken; de koning wordt in eene boot overgeroeid: de overige soldaten zwemmen; de paarden worden in het overzwemmen ondersteund door lederen zakken, die met lucht gevuld zijn.
De Assyriërs gaven reeds vroegtijdig blijk van eene groote bedrevenheid in de krijgskunst. Het voetvolk was in verschillende benden verdeeld, namelijk in zware en lichte troepen. De eerstgenoemden,, de zwaar gewapenden, hadden tot hunne verdediging kegelvormige helmen of kappen met hooge kammen, geschubde pantsers en beenstukken, benevens ovale of ronde schilden, terwijl zij tot den aanval eene lans en een kort zwaard bezigden. De lichte troepen bestonden uit slingeraars en boogschutters; veelal werden zij beschermd door schilddragers, die schilden van eens mans hoogte met zich voerden. Talrijke ruiterbenden, die deels met lansen, deels met bogen gewapend waren en dikwijls op ongezadelde paarden reden, droegen in groote mate tot de sterkte van het Assyrische leger bij.
De afbeeldingen van veldslagen schetsen ons de zwaargewapenden, gelijk zij den aanval des vijands afwachtten. Het eerste gelid ligt geknield, het tweede staat in gebukte houding daarachter; beide houden de lansen geveld. In het derde gelid schieten de boogschutters over de voorsten heen. De koning, gezeten op zijn prachtig versierden, door schoone en rijk opgetuigde paarden getrokken strijdwagen, baant zich door hun midden een weg en schiet met zijn boog pijlen op de vijanden.
Ook in de belegeringskunst hadden de Assyriërs het ver gebracht. Zij ondermijnden de muren der belegerde steden en drongen langs onderaardsche gangen naar binnen. Een andermaal wierpen zij aarden wallen op, om de stad in te sluiten of beukten zij de muren met stormrammen, die op raderen rustten en door bijzondere met dierenhuiden bedekte stellages beschermd werden. Bepaalde werktuigen werden tot het slingeren van zware steenen, ladders tot het beklimmen van de muren gebezigd. De opklimmenden beveiligden zich door middel van schutdaken, die zij boven hun hoofd hielden, tegen de geweldige steenklompen en brandende stoffen, waarmee de belegerden den aanval zochten af te weren.
frithjof bij koning ring, naar de schilderij van ferdinand leche.
De afbeeldingen leveren ons ook het bewijs, dat de Assyriërs in den oorlog dikwijls zeer wreed te werk gingen. We zien, hoe de soldaten de hoofden der gesneuvelden aan hunne bevelhebbers brengen, en hoe de gevangenen geboeid voor den koning worden gebracht. Sommige hebben zware ketenen aan handen en voeten; anderen worden voortgeleid aan touwen, die door hunne doorboorde lippen en neus getrokken zijn, terwijl men hen met slagen voortdrijft. De koning viert zijn zegepraal over de verslagenen; een deel hunner laat hij op palen spietsen, een gevangen vorst steekt hij eigenhandig met zijne lans de oogen uit. Op de overwinning volgde de vroolijke terugtocht. De soldaten gaan met muziek voor den wagen des konings uit; sommige van hen dragen als zegeteekenen de hoofden der gesneuvelde vijanden.
(Wordt voortgezet.)