Wetenswaardigheden.
Koningen in Lompen.
Geen land der wereld kan zooveel bedelaars aanwijzen als China! China is dan ook rijk door de natuur gezegend, maar al de zegen van 't vruchtbaarste jaar is als een waterdroppel, die op een heeten steen valt: hij verdampt! De heete steenen, die de vruchtbaarheid van 't land snel in rook doen vergaan, zijn de gloeiende, wilde hartstochten der Chineezen. De schandelijkste zedeloosheid, de meest teugellooze speel- en drinkzucht, een eeuwige, woeste, ontzenuwende opium-roes, verbonden met de onverbeterlijkste traagheid, woekeren in China. Deze ondeugden zijn overal de broeinesten van ellende, maar in China in den allerhoogsten graad. In het trotsche Rijk sterven er jaarlijks duizenden aan den honger of ze bevriezen. Bovendien worden nog duizenden van arme onschuldige kinderen door de onmenschelijke ouders verstikt, verdronken, of eenvoudig naakt op straat gelegd.
In Peking rijden dagelijks vijf karren, elk door een os getrokken, door de vijf stadsdeelen. Wie nu van zijn kind, levend of dood, gemakkelijk af wil zijn, legt het openlijk en zonder eenige gewetenswroeging in de kar. De karrenvoerder rijdt de lijkjes buiten de stad, gooit ze in diepe graven en schudt er eenvoudig wat kalk over uit. De levenden brengt hij in een stads-vondelingenhuis, dat den trotschen naam van ‘tempel der jonggeborenen’ draagt.... tot hij ze eenige dagen daarna als lijken aan de kalkgraven overlevert. De mandarijnen en andere bestuurders van den ‘tempel der jonggeborenen’ weten er uitmuntend voor te zorgen, dat de staat de arme kinderen niet lang behoeft te onderhouden. Daarbij vergeten de mandarijnen echter niet zich zelven te mesten. Onder de arme verstootene of gedoode kinderen vindt men veel meer meisjes dan knapen. De meisjes worden in China zeer gering geacht, en hunne geboorte wordt als een ongeluk beschouwd. Door zijn zoon hoopt de man uit het volk eens op zijn ouden dag ondersteund te worden.
Gelijk Sparta aan den voet van den Taygetus een afgrond had, waarin publiek alle zwakke of misvormde kinderen werden neêrgeworpen, zoo verheelt de Chinees het volstrekt niet, dat hij zich van de jonggeboren misvormden weet te ontdoen. De regeering billijkt dezen kindermoord niet, en vaardigt soms eene oproeping aan 't volk uit, die aldus eindigt:
‘Laat toch uwe vroegere gewoonte geheel varen om uwe kinderen aan den dood prijs te geven; houdt op met deze misdaad te begaan en ellende en 't eeuwig gerecht op uw hoofd te laden. En al hebben de meisjes ook minder waarde dan de jongens, dan behooren zij toch even goed