de voordeelen, die de natie door de revolutie bekomen heeft.
Zoo denkt er althans ons Vlaamsche volk over, met zijn juist en gezond oordeel en zijn gevoelig hart; ons Vlaamsche volk, dat al zijne vrijheden in eeuwenlangen strijd heeft moeten veroveren, en toch geene enkele vorstenmoord als vlek in zijne geschiedenis heeft; want Karel de Goede werd enkel door baatzuchtige samenzweerders en niet door zijn volk vermoord, dat hem als een heilige martelaar na zijnen dood vereerde.
Wij hebben dus de Fransche Revolutie in onze Illustratie herdacht, zooals het den Vlaming pastte die te herdenken.
En dat de schrijver hier den juisten toon aangeslagen heeft, bewijst de gretigheid, de ontroering, waarmede zijn verhaal gelezen werd, en de opgang, dien het in onze letterwereld maakte, zoodat zelfs de voornaamste Vlaamsche dagbladen brokstukken er van mededeelden.
****
De prachtige gravures, die wij niet zonder veel moeite en geldelijke opoffering, ter opluistering van Voor honderd Jaren verkregen, hebben insgelijks veel bijgedragen om dit werk in belangrijkheid te doen winnen.
Wie nog eenigen twijfel koesterde of in eenige inlandsche Illustratie zulke schoone platen verschenen als in ons tijdschrift, zal daaromtrent, naar wij hopen, nu wel zekerheid erlangd hebben.
Onze platen zijn wezenlijke kunstgravures: dat zal iedereen ons wel moeten toegeven. Geene teekening, geene plaat wordt ooit door ons aangekocht, zoo zij niet een zekeren kunststempel draagt. Krabbelteekeningen, onder den naam van actualiteiten, laten wij aan anderen over. Er zijn immers liefhebbers voor alles: voor het mannekensblad, gelijk voor de etsen van Rembrandt, voor de domste caricatuur, zooals voor de fijnste kopersnêe.
Over den smaak valt niet te twisten, zoomin als er te ontkennen valt, dat er slechte en goede smaak is.
En de kenners zullen ons wel het recht laten wedervaren, dat wij niet alleen den goeden smaak huldigen onder opzicht van kunst, maar ook onder opzicht van fijngevoeligheid en kieschheid.
Onze platen evenals onze tekst mogen steeds onder ieders oogen gebracht worden: niet de geringste schijn van aanstoot zal ooit in ons tijdschrift bemerkt worden. Daarvoor wordt met nauwlettende zorg gewaakt.
En dit is geene geringe verdienste voor een kunstblad, dat als de vriend van allen, van jongen zoowel als van ouden, wekelijks in den huiskring zijn bezoek afleggen komt en te midden der familie plaats neemt, om allen door beeld en schrift te veraangenamen en te leeren.
Mocht het der Nieuwe Belgische Illustratie gegeven zijn nog vele jaren die eervolle en nuttige rol in onze deftige burgerfamiliën te vervullen.
Mocht het getal onzer lezers immer aangroeien.
Die wensch zullen voorzeker allen beamen, die het wel meenen met ons Vlaamsche volk.