Kleinigheden.
Eene zeer nette gekleede dame kwam onlangs in een magazijn te Brussel en liet zich vijf kilo wol tegen zes frank den kilo afwegen. Op een zak naast de schaal lag een heerlijke schapebout, dien de keukenmeid van den koopman zoo even van de vleeschhal naar huis had gebracht. -Dit stuk zag er in het oog van de koopster des wols zoo verleidelijk uit, dat zij, terwijl de bediende andere personen hielp, het zeer handig onder den gekochten voorraad verborg en in eene geborduurde tasch stak. Maar door een spiegel aan den overkant van den winkel had de koopman dit gansche spel ontdekt. Toen nu de dame het kantoor naderde om haren koop te betalen, zeide de koopman tot den bediende: ‘Zijt gij verzekerd, dat gij u niet vergist hebt? Ik geloof dat de dame meer dan 5 pond wol in haar valies heeft.’ ‘Men kan zich gemakkelijk van het tegendeel overtuigen’, hernam de bediende, ‘ik zal het heele pak weder op de schaal leggen.’ Zoo gezegd, zoo gedaan; en men bevond, dat het pak acht en een half pond woog. ‘Ge ziet, Mevrouw, hier schuilt eene vergissing’, sprak de eigenaar op spottenden toon. ‘Wilt gij het overwicht betalen of terug geven?’ Ik wensch het te houden’, haastte zich de dame te antwoorden, terwijl zij eene groote kleur kreeg en - betaalde het schapenvleesch tegen denzelfden prijs als den wol, het pond tegen zes frank, waardoor haar de bout op 18 franken te staan kwam. Men zegt, dat de koopman de rest aan de armen gegeven heeft.