Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5 (1888-1889)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (66.29 MB)

Scans (1432.93 MB)

ebook (59.76 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5

(1888-1889)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 273]
[p. 273]

[Nummer 35]



illustratie
de zieke dame, naar de schilderij van jan steen.


[pagina 274]
[p. 274]

Onze gravures.

De zieke dame.

Niemand zal zeker bij den eersten aanblik vermoeden, hier een werk van den lossen, joligen Jan Steen voor zich te zien. Veeleer zal hij aan den keurigen Dou, of minstens aan Van Mieris denken, zoo fijn en zorgvuldig is dit paneeltje afgewerkt. Van den lustigen Delftschen brouwer, even dapper bij de bierkan als met het penseel, zijn we zulk eene nauwgezette behandeling niet gewend. Gewoonlijk stonden zijne schilderijen niet lang op den ezel; zoodra zich maar een liefhebber aanbood was Jan Steen bereid het ternauwernood afgewerkte paneel tegen klinkende munt in te wisselen, waarvoor hij zijne altijd dorstige keel weer nieuwe lafenis verschaffen kon. En over het algemeen hield hij bovendien ook van vroolijker onderwerpen dan juist het krankenbezoek van een dokter. Dat hij echter, als hij wilde, ook iets anders op het doek kon brengen, dan zijne eeuwige boerenkermissen en herbergtafereelen, dat getuigt de schilderij, waarvan dit nummer de reproductie aanbiedt. Toch verloochent zich ook hierin de onverstoorbare humor en satire van den genialen meester niet. Al hebben we hier eene zieke dame voor ons, het juffertje is zóó ziek niet of er kan nog een lachje, een guitig lachje zelfs op overschieten, en ook in het oog des deftigen dokters heeft het geval blijkbaar niets bedenkelijks. Het ondeugend penseel van Jan Steen heeft er klaarblijkelijk pleizier in gehad, hier eene dier zieke dametjes te schilderen, die met hunne ongesteldheid coquetteeren en om zich belangwekkend te maken hunne migraine doen voorkomen als de pijnlijkste en gevaarlijkste aller menschelijke kwalen.

Men ziet het, de tijden veranderen, maar... de vrouwen niet. Madame of mademoiselle had het in de eeuw van Jan Steen even goed op hare zenuwen als tegenwoordig.

Gevangen Leeuwen.

De dierenschildering, die aan onze Antwerpsche Academie, door het voorbeeld en de kundige lessen van Karel Verlat zulke breede vlucht genomen heeft, vindt ook elders verdienstrijke beoefenaars.

En dat ook Jan van Essen een dier begaafde beestenschilders is zal wel niemand, die deze gevangen leeuwen van den talentvollen meester ziet, betwijfelen. Inderdaad zóó vertoont zich de koning des wouds in zijne enge traliekooi, als met heimwee uitziende naar de wijde wildernis, waar hij eenmaal in vorstelijke vrijheid rondzwierf; zóó strekt hij zich uit in gelaten rust, terwijl het wijfje zich in lustelooze vadsigheid neervlijt. Naar het leven heeft Jan van Essen ze ons geschilderd; zoo wel de kloeke forschheid van den leeuw als de mollige malschheid der leeuwin zijn karaktervol weergegeven en vooral de kleur van het liggende dier mag meesterlijk heeten.

‘Gij hebt nog nooit een leeuw gezien,’ zegt Hildebrand: ‘gij stelt u iets majestueus voor, een ideaal van kracht, grootheid, waardigheid en moed; een wezen geheel woede, maar bedwongen door zelfbeheersching, voor zoolang het verkiest; den koning der dieren. Welnu verplaatsen wij ons met onze verbeelding in de woestijn van Barbarije.’

Jan van Essen maakt zulks onnoodig, want zelfs in zijne gevangen leeuwen herkennen wij dat ideaal van kracht, groot zelfs binnen de enge wanden van een getralied hok in den Dierentuin.

Hannibals tocht over de Alpen.

Eene der beroemdste krijgsondernemingen der oudheid is de tocht over de Alpen, door Hannibal, den grooten veldheer der Carthagers en den doodvijand der Romeinen, ten uitvoer gebracht. Met 59000 mannen was hij op het einde van Juli in het jaar 218 voor Christus de Rhône overgestoken en begon toen onder ontzaglijke moeilijkheden den overtocht, daarbij waarschijnlijk zijn weg nemende over den kleinen St. Bernard. Men stelle zich slechts een Afrikaansch leger voor aan gloeiende hitte gewoon, met een gevolg van olifanten, duizenden paarden, die langs steile, gladde paden over rotshellingen moesten gevoerd worden in het ijsgebied der toenmaals nog geheel ongebaande Alpen.

Bovendien was het grootste deel dier hellingen door barbaarsche stammen bewoond, met wie een voortdurende strijd moest worden gevoerd, en eindelijk had de overtocht in September plaats, alzoo in een jaargetijde hetwelk die reis ook onder veel gunstigere omstandigheden nog tot een waagstuk zou hebben gemaakt.

Na negen dagen klimmen had het leger eindelijk den top bereikt, waar de veldheer zijne bleeke, uitgehongerde en haast verstijfde soldaten op eene beschutte hoogvlakte liet uitrusten, terwijl hij ze bemoedigde met het vooruitzicht der groene vlakten van Italie, welke reeds van verre zichtbaar werden.

Bij het neerdalen waren, wel is waar, geene vijanden meer te vreezen, maar daarentegen vermenigvuldigden de moeilijkheden zich nog meer dan bij het opstijgen. Vijftien dagen had de geheele overtocht geduurd, doch toen Hannibal hier zijne legerscharen telde, vond hij dat er van de 59000 mannen nog slechts 26000 waren overgebleven.

IJdele Jachtijver.

Den hoogsten rang onder onze honden nemen naar het oordeel aller zaakkundigen de jachthonden in, die ongetwijfeld als de edelsten van hun geslacht mogen aangemerkt worden. Zij zijn alle geboren jagers, en als dat bij uitzondering eens niet het geval mocht zijn, deugt de bedoelde hond ook tot niets. Alle zijn sterk, vlug en door hunne ontwikkelde zintuigen geheel op de jacht berekend. Ook de kleine, krompootige das- of takshond is een geweldige Nimrod en zou zonder twijfel zeer goed tot de vervolging van wild kunnen aangewend worden, als hij niet de onhebbelijkheid had, meer voor eigen rekening dan voor die zijns meesters te jagen en zelfs in den gevangen buit tanden te zetten.

Welke hartstochtelijke jagers die eigenaardige honden zijn, kunnen we eenigszins opmaken uit het fraaie, met nauwkeurige natuurwaarneming ontworpen dierentafereeltje van mevrouw H. Biedermann-Arendts, door onze gravure weergegeven.

Twee jonge taksen hebben onder ander speelgoed, door de kleinen achtergelaten, een konijntje op wieltjes ontdekt. Van jachtlust ontvlamd, is de eene daar onmiddellijk op losgesprongen, heeft den buit gegrepen en snelt er nu mee heen, door zijn woedend blaffenden kameraad achtervolgd. Als ze zich maar niet verbeeld hebben, dat het wild hun een sappig kluifje zou opleveren, want dan zullen zij spoedig tot de ontdekking komen, dat hun jachtijver volkomen ijdel is geweest.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken