Graaf Herbert von Bismarck.
Terwijl de groote rijkskanselier door zijne hooge jaren zoo langzamerhand op den achtergrond raakt van het staatkundig tooneel, treedt zijn zoon graaf Herbert von Bismarck in den laatsten tijd als een echte Bismarck II op den voorgrond. Vooral bij de reis van keizer Wilhelm naar Rome heeft Herbert eene groote rol gespeeld, door den ouden heer te Friedrichsruhe geregeld op de hoogte te houden van al het doen en laten des vorstelijken reizigers en er tevens voor te waken dat deze, in zijne jeugdige voortvarendheid, niet afweek van den weg, door den grijzen rijkskanselier omzichtig voorgeschreven.
De jonge Bismarck heeft zich bij die gelegenheid als een echte Pruis, als de waardige zoon van den ijzeren kanselier doen kennen. Men herinnert zich hoe onbesuisd hij het onderhoud tusschen Paus en keizer verstoorde door eensklaps prins Heinrich binnen te leiden, zeggende dat de broeder des keizers niet behoefde antichambre te maken.
Ook bij zijn eerste optreden als spreker in den Rijksdag, den 14en December van het vorig jaar, toonde de staatssecretaris Herbert von Bismarck zich het evenbeeld zijns vaders Hij heeft dezelfde hortende en stootende voordracht, dezelfde hoekige gebaren, welke den ouden Bismarck kenmerken, maar natuurlijk alles veel jeugdiger en levendiger. Het onderwerp, dat hij te bespreken had, was wel gehikt om hem al aanstonds aller sympathie te verzekeren; hij behandelde namelijk het vraagstuk der bestrijding van den slavenhandel en deelde mede, welke maatregelen door Duitschland, in vereeniging met Engeland en de overige mogendheden zouden worden genomen om dien gruwel uit te roeien. De geestdrift, welke hij voor die schoone zaak aan den dag legde, en de waardeerende toon, dien hij tegenover Engeland en zelfs Frankrijk aansloeg, maakten een uitstekenden indruk, - wat geene kleinigheid is, als men bedenkt dat de verwachting hoog gespannen was. Het is een twijfelachtig voorrecht de zoon van een groot man te zijn; verzekert het den gelukkige onmiddellijk de algemeene opmerkzaamheid, het onderwerpt hem ook aanstonds aan eene scherpziende critiek en minder aangename vergelijkingen. In dat opzicht heeft de jonge Bismarck op den 14 December de proef glansrijk doorstaan.
Of hij echter ook als diplomaat in de schoenen zijns vaders staan kan, mag nog ernstig betwijfeld worden. Men weet dat de oude Bismarck aan de forsche kracht van den barschen ijzervreter al de sluwheid paart van den volleerden intrigant. Het optreden nu van den jongen Bismarck in de geruchtmakende zaak Morier levert alles behalve het bewijs van diplomatischen tact. Gelijk men zich herinnert, weigerde de jonge staatssecretaris den Engelschen gezant te St. Petersburg botaf elke genoegdoening voor de vernederende beschuldiging van verklikking, waaraan hij van den kant der Köln. Zeit. had blootgestaan.
Ter eere van graaf Herbert moet hier ten slotte bijgevoegd worden, dat hij algemeen als bijzonder ijverig wordt geroemd. Wie weet welke gewichtige Europeesche rol den zoon van den grooten Bismarck in de toekomst nog is weggelegd!