Pruisens tegenwerking van Oostenrijks plannen tot hervorming van den Bond belette echter niet dat beide staten gezamenlijk hunne legers ten oorlog zonden tegen Denemarken tot bevrijding van het stamverwante Sleeswijk-Holstein. Doch na de gemeenschappelijk behaalde zege ontstonden er verschilpunten tusschen de beide landen, die wel bij de ontmoeting tusschen keizer Frans Jozef en koning Wilhelm I te Gastein in 1865 uit den weg geruimd schenen, maar die toch een voortdurenden tweespalt tusschen de beide staten verwekten en eindelijk tot den betreurenswaardigen broederoorlog van 1866 leidden,
De nederlaag bij Königrätz had de uittreding van Oostenrijk uit den Duitschen Bond tengevolge, terwijl van den anderen kant Venetië voor Oostenrijk verloren ging, ondanks de overwinningen, welke de Oostenrijksche landmacht bij Custozza en de zeemacht bij Lissa op de Italianen bevocht. De wrok over de geleden verliezen heeft echter Oostenrijks keizer niet weerhouden, het zegevierende Duitschland in het belang van den Europeeschen vrede de hand te reiken tot het bondgenootschap, hetwelk wij in de laatste maanden, bij gelegenheid van keizer Wilhelms bezoek aan Weenen, zoo nadrukkelijk hebben zien bekrachtigen.
Dit korte overzicht, waarbij slechts het voornaamste kon aangestipt worden, toont ons hoe rijk aan gebeurtenissen en daden het leven was van den keizer, die thans zijn 58e levensjaar heeft ten einde gebracht. Door eene wijze politiek heeft hij de Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie gemaakt tot eene indrukwekkende macht in het hart van Eurapa en een krachtig bolwerk voor den Europeeschen vrede. Daarenboven heeft hij zich met hart en ziel aan den vooruitgang zijner onderscheidene volken gewijd, en wat er onder zijne regeering in Oostenrijk-Hongarije is tot stand gekomen, zal de geschiedenis der beschaving steeds dankbaar vermelden: talrijke scholen en onderwijsinrichtingen van allerlei aard, instellingen ter bevordering van verkeer en landbouw, een telkens uitgebreid spoorwegnet, de bloei van handel en nijverheid, dat alles legt, hoeveel er ook op rekening der scheppende volkskracht moet gesteld worden, eene welsprekende getuigenis af van de wijze en beleidvolle regeering, die deze ontwikkeling zoo degelijk heeft weten te leiden.
Sedert 29 April 1854 is keizer Frans Jozef gehuwd met prinses Elisabeth, dochter van hertog Maximiliaan van Beieren, wiens dood onlangs de luisterrijke viering van 's keizers veertigjarig koningsfeest door familierouw verstoorde. De bevallige, ridderlijke keizerin van Oostenrijk, is eene hartstochtelijke paardrijdster, die voor de gevaren eener vossenjacht niet terugschrikt en dan ook ten volle berekend is om de koningin te zijn van de forsche ruitervolken, waarover haar gemaal den schepter zwaait.
Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren: prinses Gisela, geboren in 1856 en sedert 1873 gehuwd met prins Leopold van Beieren; kroonprins Rudolf, geboren in 1858 en de in 1868 geboren aartshertogin Marie Valerie. Bekend is de voorliefde voor de natuurwetenschappen, welke den Oostenrijkschen troonopvolger onderscheidt, en waarvan het onder zijne leiding uitgegeven werk Die Oesterreichische Monarchie in Wort und Bild getuigenis aflegt. Als begaafd schrijver heeft hij zich trouwens getoond in zijne verschillende reisverhalen. Sedert 1881 met onze prinses Stephanie gehuwd, mag de kroonprins te recht de hoop van Oostenrijks toekomst genoemd worden. Moge het intusschen zijn roemrijken vader gegeven zijn, nog lang als keizer aan de spits te staan der Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie, die in den loop der eeuwen zoo menigmaal een bolwerk der christelijke beschaving is geweest en, onder de wijze leiding van keizer Frans Jozef, tot eene mogendheid is geworden, die wellicht reeds in de naaste toekomst eene groote zending zal hebben te vervullen.