Eene Excommunicatie in de Middeleeuwen.
Een aangrijpend tafereel stelt de schilder ons hier voor oogen, - een tafereel uit den tijd, toen de Kerk nog met al de majesteit van haar gezag tuchtigend kon optreden tegenover de grooten en machthebbers, wanneer zij weduwen en weezen verdrukten of de rechten der kerk verkortten. Wij zijn hier getuige van eene plechtige excommunicatie, uitgesproken door den bisschop te midden van zijn kapittel, ten aanhooren van het toegestroomde volk, dat in diep ontzag het schrikkelijk vonnis aanhoort over den openlijken zondaar uitgesproken. Waarschijnlijk geldt het een vorst of landheer, die door zijne onverschilligheden en door zijne hardnekkige onboetvaardigheid tegenover de vermaningen en bedreigingen der kerkelijke overheid, openbare ergernis heeft gegeven, en daarom openlijk als een verdorven lid van de Kerk wordt afgesneden.
De relikwieën zijn uit de altaartombe genomen en op den vloer geplaatst; daarnaast ligt aan den voet des altaars het evangelieboek, het omfloerste kruisbeeld en de uitgebluschte kaars, als het beeld der vlam van liefde en geloof, die in de ziel des zondaars is uitgedoofd. De kanunniken houden hunne uitgedoofde kaarsen naar den grond gericht, en fier zich oprichtend, in het bewustzijn dat hij spreekt uit den naam Gods, heft de bisschop de hand op, die anders slechts tot den zegen wordt uitgestrekt, om ditmaal den ongelukkige te vloeken, die den zegen der Kerk en de genade Gods heeft versmaad.
En van dat oogenblik is de zondaar tot straf voor zijne misdaad en hardnekkigheid van de gemeenschap der Heiligen uitgesloten, afgesneden van de christenheid en geldt hij bij de Christenen voortaan als een heiden en een tollenaar. Zoo hij een vorst is, zijn zijne onderdanen daarmee ontslagen van den eed der trouw, hem eenmaal als landsheer gezworen, en den onwaardigen gebieder geene gehoorzaamheid meer schuldig. Hij is voor hen als gestorven en met gerust geweten kunnen zij zijn opvolger huldigen.
Zoo kon de Kerk in de middeleeuwen, toen zij haar weldadigen invloed nog onbelemmerd over de geheele christelijke Wereld deed gelden, als handhaafster en wreekster der wet Gods met krachtige hand misdaad en ongerechtigheid te keer gaan, de volken beschermen tegen de willekeur van onderdrukkers en dwingelanden en door haar banvonnis eenvoudig een einde maken aan het rijk van onwaardige vorsten, wat later, buiten haar, steeds met bloedige omwentelingen gepaard ging.