Onze gravures. [Vervolg van p. 393.]
Het einde der republiek van Venetie.
De Fransche revolutie, die als een orkaan verwoestend en verterend over geheel Europa stormde, zond mannen als Jourdan, Moreau en Bonaparte naar Duitschland, Oostenrijk en Italië, om met het zwaard in de vuist den zoogenaamden vrijheidsboom te planten. Vooral hij, die den weg naar Italië was ingeslagen, werd door de zege voorgegaan.
Ook de republiek van Venetië, de trotsche koningin der Adriatische zee, die ruim veertien honderd jaar een glorievol bestaan had gevoerd, viel voor den alles verwinnenden Bonaparte. Na de Kerkelijke Staten was Venetië het gebied, wiens oorsprong tot de verste tijden opklimt. De gevleugelde leeuw van San Marco, waarvoor vroeger het Oosten en het Westen sidderden, had ter nauwernood den kop opgestoken en den moed niet om den belager in het aangezicht te zien, zoo weinig bleef hem over van de voormalige fierheid. Afgeleefd en ontzenuwd door weelde en werkeloosheid - de handel was reeds na het ontdekken der Nieuwe Wereld verplaatst - legde de oude leeuw van Venetië zich vol onderworpenheid aan de voeten van den overwinnaar en liet zich geduldig ketenen.
Men schreef den 12 Mei van het jaar 1797, toen in het Palazza ducale te Venetië de groote raad der republiek bijeenkwam, om onder voorzitterschap van den laatsten doge, Ludivico Manino, te beslissen over het lot der republiek, waaraan Bonaparte den oorlog verklaard had. Van de zeshonderd leden, die eene stem hadden, waren er vijfhonderd zeven en dertig tegenwoordig, en slechts dertig antwoordden ontkennend, toen men het voorstel deed, de regeering in een democratisch bestuur naar het voorbeeld der Franschen te veranderen. Ludivico Manino was een zwak, vreesachtig man, die meer bedacht was op zijn eigen behoud dan op het heil van den staat. Hij verklaarde weenend, dat hij zich onderwierp aan het goddelijk raadsbesluit; deed afstand van den troon en ontdeed zich van de teekenen zijner waardigheid.
Reeds op 16 Mei rukten 3000 Franschen Venetië binnen, dat nog nooit vijandelijke troepen had gezien. De openbare galerijen en museums zoowel als de paleizen der patriciërs werden van hunne kunstschatten beroofd, die naar Parijs werden gevoerd; en onder den opgerichten vrijheidsboom werd de troonzetel van den doge en het gouden boek der republiek verbrand. Een gedeelte der burgers, dat dweepte met de nieuwe vrijheid of bij de omverwerping der bestaande toestanden voordeel meende te vinden, juichte den overwinnaar toe; spoedig zouden zij echter ontgoocheld worden, daar Napoleon, tegen den uitdrukkelijken wil van het Directoire, Venetië bij het verdrag van Campo-Formio aan Oostenrijk afstond.
De schilder Jaccovacci in Rome heeft het einde der Venetiaansche republiek tot onderwerp van eene waarlijk tragische schilderij genomen, waarvan we onzen lezers eene houtsnede geven.
De kunstenaar heeft het oogenblik gekozen, waarop de leden van den grooten raad, op 12 Mei 1797, nog bekleed met den rooden toga en de witte pruik der senatoren, het hertogelijk paleis verlaten.