De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4(1887-1888)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Constantinopel Het morgenrood omzoomt met purpren luister Der heuvlen top, en uit het deinzend duister Zie 'k gouden sikkels langs den blauwen boog Der heemlen plotsling fonklen, vlammend dansen Op slanke torens, die als reuzelansen Verschijnen, fier zich heffend naar omhoog. En statig spreidt de zonne zegepralend Haar flonkerenden waaier uit, bestralend De koepels en den Gouden-Horen-vloed. Zij hult Stamboel, d' Aja-Sofia-tempel En Oeskoudar, gelegerd op den drempel Van Azië, in een wonderbaren gloed. Cipressengroen omschaduwt de moskeeën, Rooskleurge zeilen zweven over zeeën, Als opgedoken uit der watren schoot. De Moslim knielt met opgeheven handen Naar 't heilig Oost, en van de beide stranden Klinkt luid de morgenbede: ‘God is groot!’ Naar Frida Schanz. B. van Meurs. Vorige Volgende