[Onze gravures. (Vervolg van p. 387.)]
Het ‘fingerhakeln’ in Tirol.
Wie belang stelt in eigenaardige gebruiken en volksvermaken, dient die bij voorkeur te zoeken in afgelegen streken, waar de nieuwere beschaving met haar alles gelijkmakend fatsoeneerstelsel nog niet is doorgedrongen.
Het gebruik, op onze gravure afgebeeld, is eene echte volkseigenaardigheid van het eenvoudige en landelijke Tirol. Het teekent in het bijzonder den Tiroolschen jager, die dagelijks de kracht zijner vingers oefent in het spannen en aftrekken van den haan, en er daarom ook schik in heeft, zich in die krachtsontwikkeling met een kameraad te meten. Geene hartstochtelijke Engelsche boksers, geene schermers, in al de eischen der kunst volleerd, kunnen met meer vuur de weerpartij de zege betwisten dan deze twee stevige Tirolers in hun wedstrijd. En nochtans geldt het hier alleen den kamp, wiens vinger het 't langste uithoudt zich als een ijzeren haak te krommen, die door al de krachtsinspanning van den ander niet uit zijn stand gebogen wordt. Al de toeschouwers verraden eene belangstelling, alsof de eer en het leven der strijders van den uitslag afhing. Van den ouden man af, die met zijn glas bier in de hand den kamp gadeslaat, tot de jonge vrouw, die er haar huiswerk bij vergeet, en den kleinen bengel, die naast haar staat, allen zien met gelijke spanning toe en vormen zoodoende een tafereeltje, dat door den schilder trouw naar de natuur is weergegeven.