ging tot stelen of althans tot smokkelen, door op hun eigen houtje de delverij uit te oefenen, berokkent aan de overheden herhaalde moeilijkheden.
in de kalverweide, naar de schilderij van armin sarter.
Het gebeurt niet zelden dat een donkerkleurige delver, die op ongeoorloofde manier een partijtje diamanten is weten machtig te worden, eenvoudig op een paard springt en zich uit de voeten tracht te maken in de richting van den Oranje-Vrijstaat, waar hij voor alle verdere vervolging veilig zou zijn. In de goed geteekende schetsen, die de laatste bladzijde van dit nummer sieren, zien wij twee detectives van de politie te paard uit Kimberley op zulk een vluchteling jacht maken, hem over heuvel en dal achtervolgen, hem zelfs hals over kop naspringen in eene rotsige ravijn, tot zij hem eindelijk beet krijgen en van het paard halen om hem in verzekerde bewaring te brengen.
Daarmee zijn de diamanten echter nog niet terecht; want hoogst waarschijnlijk zal er bij het doorsnuffelen der kleeren van den vluchteling geen enkele gevonden worden: hij heeft ze reeds bij het eerste oogenblik, dat hij zich in gevaar zag van gegrepen te worden, ingeslikt. Toch zal de politie, met bijstand desnoods van een geneesheer, ze wel weten terug te krijgen.
In een dergelijk geval, dat zich voor eenigen tijd voordeed, raakte een diamantendief,