De mammouth-boomen van Californië.
Eene halve dagreis van het heerlijke dal Yosemite in Californië, rijzen uit de ondoordringbare wildernis van het maagdelijk woud talrijke reuzenboomen op, echte natuurwonderen, waaraan de Amerikanen den naam van mammouth-boomen gegeven hebben.
Gelijk blinkende, kaneelkleurige torens stijgen die Californische woudreuzen uit de donkere diepte van het bosch op, in omvang, hoogte en ouderdom alles achter zich latend, wat wij van dien aard in de plantenwereld kennen. Naast de piramiden geplaatst, zouden vele dier reuzenboomen met hunne kruin de spits dezer bouwgevaarten overschaduwen. En toch laten enkele omvergeworpen, in het kreupelhout vermolmende stammen vermoeden, dat in vroeger eeuwen nog geweldiger woudkoningen hier hunne trotsche bladerkroon ontplooiden.
In Calaveras Grove ligt, door zijn eigen gewicht halverwege in den bodem verzonken, de ‘vader des wouds,’ aan zijn voet een omvang van 112 voet aanwijzend. Tweehonderd voet moet men langs den stam wandelen, eer men de plek bereikt, waar hij zijn eersten zijtak - op zich zelf een reuzenboom - uitzendt. Ofschoon de boom sinds langs van zijne kruin beroofd is, valt toch uit al de afmetingen op te maken, dat hij in den tijd van zijne volle glorie eene hoogte van bij de 450 voet moet bereikt hebben.
Naast deze gevallen grootheid verhief zich een tweede grootvorst onder de boomen, die omstreeks het jaar 1860 door een ondernemenden Yankee ten val gebracht werd. De overgeblevene stomp werd glad gemaakt en in een dansvloer veranderd, waarop twee en dertig personen gemakkelijk een cotillon konden uitvoeren. Een tijd lang bestond hier ook eene drukkerij, die een weekblad, het zoogenaamde Big-tree-bulletin uitgaf.
In hetzelfde Calaveras-bosch verheft zich nog een andere mammouthboom, in den weligsten bladerdos prijkend, ofschoon het vuur van een boschbrand in zijnen voet een gat heeft uitgevreten, groot genoeg om zestien ruiters eene schuilplaats te verleenen.
In het Mariposa-bosch zijn het de ontzaglijke afmetingen van den ‘Grizzly Giant’ en van den ‘Ohio,’ welke den bezoeker verbazing en bewondering afdwingen; hier ook vinden wij de eigenaardige poort, welke in dit nummer afgebeeld is. Door dezen triomfboog rijden de reizigers in hunnen postwagen met zes vurige paarden bespannen, zegevierend het koninklijke woud binnen. Geen toerist verzuimt natuurlijk dien zonderlingen tunnel liefst te paard door te rijden.
Van den om vang der mammouth-boomen kan men zich verder eenigermate een denkbeeld maken uit de berekening van den Amerikaanschen professor Whitney, volgens welke een enkele boom eene lengte van 537.000 voet aan planken van een duim dik zou kunnen opleveren tot eene gezamenlijke waarde van 25000 dollars.
Tot de taxis-naaldboomen behoorende, onderscheiden zich die coniferen door hun zachtrooden, gladden stam en hunne horizontale, wel wat korte takken. Zij zijn in Europa welbekend, daar men er in bijna alle plantentuinen exemplaren van aantreft, hoewel natuurlijk van vrij wat bescheidenere afmetingen dan hunne broeders in Californië. Door den Engelschman, die deze in 1855 ontdekte, Wellingtonia genoemd, dragen die woudreuzen in de plantkunde den wetenschappelijken naam van sequoia gigantea; men vindt ze alleen aan de westelijke helling der Sierre Nevada en kent tegenwoordig negen verschillende bosschen, die samen verscheidene duizenden exemplaren tellen, en onder welke die van Calaveras en Mariposa het meest toegankelijk en het drukst bezocht zijn. Slechts een vierhonderdtal dier boomen echter die op eene hoogte van 300 en een omvang van 90 voet kunnen bogen, zijn met den titel van bigtrees vereerd, en enkele onder hen dragen nog bijzondere namen. Zoo draagt er een het opschrift Ferdinand de Lesseps.
Met het oog op den buitengewoon langzamen wasdom der sequoien hebben verscheidene reizigers dezen kolossen eenen ouderdom van drie- ja vierduizend jaren toegeschreven, doch dit zijn slechts onderstellingen, welke niet gemakkelijk te bewijzen vallen. Intusschen mag men den leeftijd der Californische reuzenboomen gerust op minstens 1500 of 1800 jaren schatten, bij welke ontzagwekkende tijdruimte een menschenleven ons slechts als eene onbeduidende spanne tijds voorkomt.
Gelijk de Amerikaansche regeering in het jaar 1871 het wereldberoemde gebied der Yellowstone in Wyoming tot een nationaal park en mitsdien tot een onaantastbaar staatseigendom verklaarde, zoo heeft zij ook het dal Yosemite en de sequien-bosschen van alle bebouwing uitgesloten, opdat de oorspronkelijke bekoorlijkheid dezer oorden onverminderd voor de volgende geslachten moge bewaard blijven.